de oude man
verdonkerde zijn kamer
liep, alsof hij zich had vergist
naar de grijze kringen, langzaam geworden
op het tafelkleed
en even later werd het doodstil
het rook naar nacht
en een wereld heengegaan
mank
in de schaduw van gods wil
hij verdween
tussen lichamen
nabij die ene zonnebloem, volmaakt
in wie ze altijd was gebleven…
Of door de strakke weiden
Van zonneblinde lucht
De blonde bloei zou breiden
Van dagverloren sterrenvlucht,
Zo uit zijn luwe dekking
Mijn oog verhelderd ziet
In lentelijke ontwekking
De diepe tuinen van 't verschiet...…