Zijn pracht hangt
Over zijn bladen heen,
Zijn zweet: de dauw
Geilt op de nacht
En blad na blad
Valt sensueel
En ritsel ritsel
Vlijtig neer
De aarde schokt
In zijn genot
Zo spettert spastisch
Slijk elastisch
En door’t splijten van de aardkost
Hier Schaamteloos en gutsend neer
ZO OOK
Het naakte tafereel
Van de bruingezonde notelaar…
De bloem
Een dieprode
Die ik bij haar
Mocht plukken
Die bloem
Een heel fraaie
Echt mooi
Van kleur
De geur
Aangename
Die ik toen bij
Haar opsnoof
Die geur
Heel erg lekker
Opend' een deur
De poort
Van de weelde
Via een pluim
De heuvel
De poort
Van haar liefde
Niet lan-
ger dicht
Speculum
Lonkend flamoes
Geslepen…
Ploegen van genadeloze hardheid
hebben de akker omwoeld.
De rangorde van aardse lagen
is resoluut doorploegd.
Door het kalme land zijn in
rekenschap diepe voren getrokken
en met de scheiding van lichaam
is zwijgzaamheid doorbroken.
Ergens begint te dagen,
het wie en wat,
over de vlakke grond
die geen heuvelen meer bevat.
Het stoppelveld…