Mijn dag en was niet oud genoeg,
mijn hart en was niet koud genoeg,
dat zwaar de vlijme twijfel-ploeg
mijn vree niet breke ...
Zo schijn 'k (misschien der vreugd bestemd)
een vrouw, die, vreemder angst beklemd,
oneindig naait haar doden-hemd
steke bij steke.
En 'k naai mijn eigen weifel-kleed,
zorgvuldig zo't mijn vrezen sneed…
ga dan niet te snel
Wellicht heb je aldus wat extra leven
Lees thans maar voor, ik luister wel
De dichter las en las..over die dood
die ons als goede vriend komt halen
Tijdens het avondrood, met een boot
waarvoor je jouw leven moet betalen
Geraakt omhelsde de dood de poëet
juist als een vader, die van hem hield
Maar daarmee zakte..het dodenkleed…
De middernacht laat hoog in de lucht
Zijn sterren branden
Bij de uitvaart des doden;
Onzichtbre handen
Breidden zacht het sneeuwen dodenkleed uit.
Heur leden
Gehuld in de rouwwade, sussen de steden
Haar wielgerucht.
Vreze des doods de aarde overspreidt..…