Bij vlagen kan ik zeer unheimlich dromen
Mijn auto zinkt diep in een pikzwart gat
Of ik verdwaal in mijn geboortestad
Word meegevoerd door woeste waterstromen
Vannacht was het zó eng, ik schreeuwde: njet!
Want Poetin sleurde mij bij hem in bed…
December dendert door de dageraad,
de duffe dinsdagochtend deprimeert,
die drammerige d demotiveert.
Dat dwarsboomt duchtig deze dichtersdaad
Doch dankzij diepgevoelde doorzwoegplicht
daagt desondanks dit drieste daggedicht.…
gedwongen consument van verhalen
zit ik voor de twintigste keer zuchtend te balen
luisterend naar een perfecte standaard keuken
verkondigd per mobieltje om de reis wat op te leuken
en monotoon staccato in het arabisch neergezet
een onnavolgbaar eigentijds storend geluid
bederft al gauw mijn wereldverbeteringspret
mijn rust wordt ongecontroleerd gekruid…
’t Is niet te harden zonder parasol.
Al kost gezeul met water mij steeds uren:
mijn gras blijft geler dan bij alle buren!
Catalpa’s hebben herfst reeds in hun bol.
Maar ’t ergste vind ik nog die enge look
van mannenbenen in een korte broek.…
ze bestaan waarschijnlijk zelfs een spook
Het eten was opgediend
Met het bord als vriend
Ik voelde jou zo genieten drenkend jouw vingers in het citroenwater
Het werd steeds later
Met een fles in mijn mik en nog net geen kater
Een heerlijk diner voor twee
Het smaakte voortreffelijk lieve fee
Want slechts symbolisch at jij mee
Het was teveel gekruid…
Ik weet gewoon al wat me staat te wachten
Iets wat ik hier niet in details beschrijf
Het zakt meer uit, mijn seniorenlijf
Toch wil ik eigen hangvlees niet verachten
Ik stel mezelf dus vaak gerust, zeg luid:
Toe Inge, zak maar lekker onderuit!…