"Vader, zou ik misschien mogen, een gezellin voor het leven?
Want alleen is toch maar alleen.
Ik wil u daarvoor in ruil een stuk van mezelf geven".
Dus ging de Heer aan de slag, met een rib uit de man zijn zij.
Maar om de vrouw te kunnen creëren
nam de Heer er eerst.......
een biertje bij.…
En, tegen tomeloze onanie,
heeft Hij hem een gezellin toebedeeld.
Ergo: de vrouw. (Kopie van een kopie !)
Maar toen de Here hen na vele dagen
nog niet op hete daden had betrapt
begon er onrust aan Zijn hart te knagen.
Er was alleen een appeltje gegapt.
“Laf, lustloos volk !” riep Hij, “Ik zal je leren !
Alleen een appel ?…
gebogen waarheid
stijg daar maar boven uit
als vrouw die het Al kent
het universum heeft
voor jou geen geheimen
zoon van Mirjam, Jeshua
je geliefde levensgezel
won en verwondde je hart
systeem doordacht waar
alle erotiek verbannen
lichamen ontheiligd worden
van hun schoonheid en
verlangende puurheid
celibaat dat heilig wordt
gezellin…
waarheid
stijg daar maar boven uit
als vrouw die het Al kent
het universum heeft
voor jou geen geheimen
die Zoon van Mirjam Jeshua
je geliefde levensgezel
won en verwondde je hart
systeem doordacht waar
alle erotiek verbannen
lichamen ontheiligd worden
van hun schoonheid en
verlangende puurheid
celibaat dat heilig wordt
gezellin…
Het eed'le geliefde
maar gevreesde dier
van India's Gir woud
leeft tevreden en bewust
in zijn verkleind woonrijk
door de bescheiden manen
om de krachtige kop
waait vergane trots
die eens schrik aanjoeg
bij Perzen Turken en Joden
wier landen het tehuis was
van de koninklijke rover
zijn beminde gezellin
laat haar vrijer alleen
wijdt…
vroeg wat gaan we spelen maat
Zijn clowneske lach geen spat veranderd
ja want ja toen in het Litterair Café
wat hebben we daar gelanterfanterd
hij boogie-woogie-de ik dronk voor twee
Ook zag ik plots de jonge regisseur
toffe buik nog immer puik humeur
had zowaar acht boeken geschreven
Jan Tetteroo was dus litterair gebleven
Mijn lieve gezellin…
O wees ons, wat ons lot ook zij,
Door zee, en wereldwoestenij,
Een trouwe Gezellin!
Waar de Overvloed met blijde lach
De kostbre feestwijn plengt;
In 't hoogste schittren van 't gezag,
En wat de Staatzucht strelen mag;
Waar jeugd en blijdschap wenkt.…