In een blad de nerf of in de zon de
glinstering van een glasscherf, ook
daarbij is sprake van poëzie.
En woorden veel of weinig gesproken
of is er niets gezegd...
een paar geschreven slechts, zelfs
dan is er poëzie, echt!…
Zit ik in De Poort met een vraag en wijn,
antwoord geef ik mij zelf met een glasscherf,
waarmee ik één hart met twee namen kerf
in een melange van geluk en pijn.
De liefde die ik nu van haar verwerf
beschouw ik als een onverdiend geschenk
en wat mij in haar goddelijk bekoort,
is tevens wat mij bezighoudt en stoort.…
Het vergrijpt zich aan glinstering, een glasscherf kerft
de lijn op de arm. Hoog een rode krab spat
op het groen en het wit en het blauw
bezeilen met woord en al de hemel.
Hoe wonderschoon is niet het schip. Het vliegt.
Wilde wervelingen worden met kleuren aangedaan
tot de pijn het einde van de schreeuw aantikt.…