woorden laten zien
hoe goed je bent
waarachter jij jezelf verbergt
En dat dan het argeloze kind bang geworden
zichzelf niet meer herkent
en zegt dat jij een lieve opa bent
En dan verschijnt de Amazone op het
zwarte paard
doorkruist de afvallige wegen
met het zilver blinkende zwaard
bekleed met de geur
van lelies van het Lelieveld…
En bant een donkere schaduw
de woorden
van haar lippen
knipt
haar lange lokken
terwijl zij slaapt
en ontwaakt
op het lelieveld
uit
geurige dromen
zij huilt trilt
van afschuw
over
zoveel onrecht
zij
veegt de tranen
uit haar wimpers
de
ochtend begroet haar
met gouden
herfstbladeren
terwijl
zij
met schildershand
de
verlatenheid…
Zwarte gemalen malen het zwaarste graan
Sterren verdwijnen in negatief licht
Fantomen van duisternis krijgen ruim baan
En de korenbloemen gaan eraan de
Zachte blauwe bloemen gaan eraan
Zwetend wacht hij op een uitweg
Als op de krampen die in de morgen komen
Zwanger marmer aan zijn marmelade voeten
Baart een schelp die hem voor eeuwig omsluit…
maar de droeve wolken
onder de verwoestende stadswind
met de pijn van een aangedane boom
met wormstekige bladeren
vol met stervende vlinders
maken haar stem droef van ingehouden tranen
maar in haar eigen zijn
in wonderlijke lichtkring rood als fluwelen
bloedrode rozen
één zijn in liefdevolle vrede
daar in dat geurige lelieveld…