Voorbij, vergeefse erinnering —
De nieuwe vorst verzet de wet —
Wij knielen saam in schemering
Diep neder aan zijn lemen bed,
Aanvaardend hoe 't mild licht niet meer
Ons strijdbaar wensen wakker straalt,
Maar voor de huldging van zijn heer
Langs mistentrap ter aarde daalt.…
Dat het mij spreuken van de bladen lezen,
Dat zei een vreugdewoord dicht aan mijn oor,
Het was alsof ik werd een mensenwezen
En ‘t oude leem van mijn bestaan verloor.
Ik hoorde om mij heen de kleuren spelen,
Mijn gore loden handen werden licht,
Ik wou de wolken aan de einder strelen,
Ik werd als naar de hemel heengelicht.…