Soms heb ik vlagen van ongekunsteld zijn,
intens gevecht om leven en overbodige dood,
de angst ontvlamd zonder toekomstdromen
een nevelige strijd woelt in mij groot.…
als toekomstdromen verbroken zijn
in een ver en uitzichtloos verschiet
dan rinkelde er toch een noodsein
maar in verwardheid, hoorde ik U niet
de dagen gingen niet meer oplichten
de nachten bleven schrikwekkend zwart
in bed schreef ik mijn eerste gedichten
uit mijn hart dat smartelijk was bevracht
had ‘n engel al die tijd over mij gewaakt…
vernieuwende bloesem
zoete bloemen geuren
en ook een zomer
ging voorbij
in strakke zwembroek
aan de rivier
ik zag september
in een boot
met een glimlach
naar mij zwaaien
alsof ik weer die prins was
die op een afstand kon liplezen
hoe de toekomst voor hem klaar lag
zwanen vlogen over de oevers
spiegelvriend je schreef mij
over toekomstdromen…
Dan rijdt hij in al zijn wanhoop
met hoge snelheid weg
gaat uit de bocht en raakt een boom
hij is verlamd, weg toekomstdroom.
En zijn mama huilt
als een groepje kijkers rond hem dromt
en de ambulance hem halen komt
in het week-end.…
Ik ben nog jong
En wil op mijn manier verder komen
Me presenteren op mijn manier
Iedereen heeft toch zijn toekomstdromen?
Ik luister toch ook naar iedereen
Als iemand een keer praten wil
Waarom kan dat dan niet bij mij
Zonder dat iemand mij de grond in drilt?…