Een kleine traan
rolt langs je wang
langzaam
verlaat het je kin
en spat uitelkaar
De zon is anders
gaan schijnen
wees niet bang
voor het donker
ik kom er aan
Geef het aan mij
al je zeer
laat mij
vanaf nu
jouw engel zijn…
Uitelkaar.
Hoop verdween.
Geloof ging heen.
Over bleef het fundament.
Voor hoop bleek dat genoeg om
met geloof er aan te bouwen.
De kloof gedicht.
Haat gezwicht.
Liefde overwon.…
In het schemergebied
Waarin het altijd nu
En gisteren is, drijven
Onherkenbare schimmen voorbij,
Vage schaduwen van dode
En levende wezens die evengoed
Allebei onrustig bewegen
In mijn hersenschemering -
'k Weet niet precies of
Ik nu de heer Parkinson
Of toch meneer Alzheimer
Voor de deur heb staan -
Ik ken ze niet meer uitelkaar…
We waren maten voor het leven
en nu uitelkaar gedreven
Zonder een woord of conflict
heeft onze vriendschap zichzelf verstikt
en nu bittere nasmaak
na jaren van glorieus bestaan.
is de verbroedering verdwenen
en het geloof in mijn wereld
veranderd.…
zwart is de nacht totdat
twee ver uitelkaar staande
kleine ogen licht geven en volgen
een luide diepe stem zegt:
tastbaar ben ik niet
zelfs mijn zien waarin alles schuilt
is bovenzinnelijk
wij komen ver van de aarde
waar nog geen mens kan komen
dan alleen maar dromen
wij zijn al eeuwen verder
zien treurend toe naar uw streven
u bent…
Voetsporen
van jou en mij.
Steeds verder
het geluk voorbij..
Voetsporen
van ons bestaan.
Steeds verder
bij elkaar vandaan..
Voetsporen
van vier naar twee
Stil dragend
het verleden mee..…
En wij aan de eenzaamheid
gevangen tussen de betonnen wanden
de tafel kreeg mijn benen
de armstoel heeft mijn armen
de radio kreeg mijn
zenuwen en de darmen
volgen de waterlijn
ik ben onteigend
en ik lig uitelkaar
ik heb niets meer te zeggen
ik wordt geregeld
met een schakelaar.
- Jon-jon -…
Als ijs adert in bevroren ogen
en koude angst wurgend
alle liefde dood
Wanneer afgrijzen en weerzinwekkende voel
brandt als vuur in een gesloten hart
en prikkeldraad de huid omvelt
Als haat opzwelt en de keel dichtsnoert
Dan zie je beiden
ieder een kant op gaan
Was eens de liefde mooi en bloeiend
Teloorgang gedoemd
Zwarte bloemen ijzen…
het lot een duivels plan smeedde
dat mijn toen nog betrekkelijk jonge leven
voor eeuwig en al-
tijd, immer heeft gelittekend
Als bloeddonor betaalde ik terug dat mij
levensreddend eerder was gegeven
tot op een dag
ineens alles duidelijk
Bedroevend noodlot in de
kiem en fatum beslist geen feest
Vriendin en ik
na fatum geen feest, dus uitelkaar…
Maar hij deed het niet mijn telefoon
Alle buren ineens op straat
de één in onderbroek en ik op blote voeten
buurman in die onderbroek was accuraat
en trachtte te blussen met zijn tuinslangapparaat
Vlammen rezen heel erg hoog
De wind joeg ze naar boven
Ze rezen werklijk hemelhoog
en blikken verf knalden uitelkaar
Het leek nu net een oven…