Zij die dood zijn en die gauw moeten,
Schijnen elkaar vooruit te ontmoeten;
In 't laatst van hun leven hebben zij dromen
Waarin reeds gestorvnen binnenkomen
En rustig met hen zitten te praten
En zeggen: ‘Je moet het leven laten
Glijden, dan gaat het haast vanzelve...’
Maar die nog leven plotseling haten
Hen, die zo gemakkelijk praten…
De boer schrok zich die avond lam:
een trein die door zijn weiland kwam
had hij gehoord.
Toen was het weg. Het was niet waar.
Pas twee jaar later is er daar
een trein ontspoord.
Ook iemand zag, terwijl hij sliep
een auto zinken in het diep,
een heel gezin.
Precies de plek heeft hij gezien:
de auto reed een dag nadien
het water in.
Soms…
Dit was ’t, Kristijn*, dat u verraste,
Toen gij naar uwe Rijkskroon tastte,
En zocht de schoonste diamant,
U tot sieraad en roem beschoren*;
Maar zocht vergeefs; hij bleef verloren:
Een voorspook* van uw Rijksgezant!…