ze symboliseren de onsterfelijkheid
Voor die ons dierbaar zijn geweest
bloeien de bloemen ten gepaste tijd
ze symboliseren de onsterfelijkheid
fleuren de natuur in haar naaktheid
zijn voor de vriesnachten bevreesd
Ze symboliseren de onsterfelijkheid
Voor zij die ons dierbaar zijn geweest…
Het zegt niets
over de Noordpool of de Zuidpool
of waarom ijsberen geen pinguïns vreten
maar meer over mijn staat
van dronkenschap om te vergeten
hoe mooi je bent met het licht
van een laatste trein en sterrenschijn
Het zegt misschien iets
over de vriesnachten van de winter
de vetplant op een beschutte plek gezet
het kraken van de houten…
zacht kom ik in de nacht naar jou
een droom die blaast doorheen de woorden
misschien ontwaak jij zwetend uit je slaap
ongrijpbaar als het blad een tak
dat op je kussen ligt te rusten
verschrik je niet, mijn adem streelt je
waar herfst zich groeit door ’t dak
in woorden, vingers, steken in een zomerhart
alsof er nooit een eerste vriesnacht…
de bomen staan bol met groene pruiken
zon en regen doen het gras frisser ruiken
waarin madelief en paardenbloem glimlacht
iedere morgen ontroert mij het ontluiken
wat 'n aprilnacht aan magie heeft gebracht
de zon die tussen een onweer komt opduiken
en de lentetuin laat schitteren in kleurenpracht
stilaan verdwijnt dan ook de laatste vriesnacht…