Valt nimmer te bevechten vermits hij steeds wint
Gluiperige smerige vunzige duivel op je schouder zo gezwind.
Doodt meer dan men voor mogelijk houdt, verscheurt en verknalt alles
Een seconde van zwakheid en hij nekt je onverbiddelijk, keel dicht.…
Eén lichtkring op wat vunzigheid.
Die gloor is met dat goor in strijd.
Daar gaat zelfs geen verloren meid.
In mij is net zo'n stille straat.
Waar niet één lamp te branden staat.
Waar sedert lang geen mens meer gaat.
1922…
daalt de machochel af in dieper dal
de danser eens luimig metgezel
doldriest van kannen schuimend bier
nu drinkebroer deerniswekkend in zijn zotte monoloog
naargeestig spotvogellied van de burleske nar met helse lier
rest een smalend doch verloren dissonant
vannachter de verlaten toog - de herberg
eerder schouwtoneel van wervelend gewoel en vunzige…
Vogeltjes fluiten, paardjes en koetjes dus zo natuur
Wel even anders dan in de ruige vunzige stad, een zooi.
Langzaam maar zeker een zo vaste lieflijke band gesmeed
Er nooit in geloofd, ergens wel hoor, aan mij besteed?
Was wel nooit de zo perfecte mama dacht ik
Zijn terminale hond weet wel beter , vindt me graaf chique.…
Toen rees de mist, en geeuwd' in bas,
En zakte in tot pap,
Waaruit de blazen vunzig gas
Opgulpten met een klap.
De mist werd vorm (zo ongeveer),
De mist werd land, werd poel,
De mist werd stad en - te veel eer! -
De mist werd mens, werd smoel.…
Bikkelharde smarten versmelten en het paradijs ons beloofd wordt ondraaglijke vunzige hel, zo ranzig schel
Ware vriendschap zal vetjes zegevieren en hoog talent loont dik, dat is voelbaar vurig vlammend wel.…
school
Pythagoras, breuken een dal parabool
Als de meester iets saais op het bord staat te krijten
Is heel de klas vissen terstond aan het
Geiten met sikken zo lijkt het te horen
Toch heeft laatst een geit haar sik afgeschoren
Toen haar man dat zag, was hij boos en geschrokken
Die geit is nu al een week aan het
Bokken die zijn vaak wat vunzig…