In de eerste dagen gaat het goed,
Dan weet men alles klaar te spinnen:
Men conjugeert het werkwoord ‘minnen’
En vindt die spraakkunstoefning zoet.
Ruim is er pratensstof voorhanden,
Maar dra is men uitgepraat,
En zit dan, met de mond vol tanden,
Te kijken op elkaars gelaat.
Nu, ’t spreekwoord leert: ‘wie zoekt, die vindt.’…
.'
Is er een werkwoord dat haar warmte vasthoudt?
Schijn, zon. Wees een genadig apollinisch licht
en maak mijn kleine moeder, melkwit tegen
de vliegtuigloze horizon, tot een mythisch wezen
op een mythische kust, onkwetsbaar voor regen
en de enorme details waarover de krant bericht:
Hitler staat voor Polen, Xerxes doet Thermopylae.…
Geduld moeilijk werkwoord om vervoegen
Dromen helen en meer nog, we delen hen, prachtig toeven?
Kerel, ik beloof je de hemel op aarde
Gemeend, je bént nu een gevestigde waarde!
Bén ik dat dan voor jou ook, denk van ja, neen weet het zeker
Meer ruimte voor ons liefdesleven, 't kan geen probleem wezen.…