ze is van glas
van een doorzichtige kwetsbaarheid
de ceintuur van haar jas
houdt het tengere lijf bijeen
aan de overkant
achter het raam slaat hij haar gade
de wind wakkert aan
ze versnelt haar pas
haar voeten
lijken de grond niet te raken
ze verdwijnt in het landschap
niet langer te onderscheiden
hij grijpt naast het glas
dat breekt…
gloed die doet me denken
en die keer dat het leven me wenkte
ik was vrij en alleen
mensen, er waren er geen
die zachte gloed op al dat groen
de bladeren gaf ik een zoen
het riet een dikke knuf
daar werd ik weer suf
ik kwam weer op beide benen te staan
maar die ervaring liet me niet meer gaan
die mooie lach van de natuur
kreeg om een ceintuur…
ingevroren
naast de Groenoordhal
bezoekers kunnen unverfroren
- mits tijdig gebeurd geboekt -
vastgelegd op de gevoelige plaat
in eeuwig rembrandteske staat
in de Nachtwacht kaltgestellt
dient wel vroeg tijdig uitgestapt
want stel de uiltjes zijn geknapt
ze worden na afloop uitgeteld
achttien kloveniers één tamboer
meisje dode kip aan haar ceintuur…