weer een hand vol kattenstront
Bij elke aai de vlokken in het rond
Beest, hou nou toch eens op met dat verharen
Het zal me elke dag veel werk besparen
De kamer blijft dan automatisch pront
Een goudvis in de vijver uitgezet
Vanmorgen dus voor dag en dauw uit bed
Om ‘t dartel beestje eten te gaan geven
De vijver leeg, het staartje slechts…
alles eruit
op tijd klaar
overbodige woorden
zouden nu dubbel
hol klinken
in het nu
lege huis
hoor ik de stemmen
van negentwintig jaar leven
galmend in mijn hoofd
opkijkend vanaf de kale vloer
zie ik de huisspin
ontredderd vanaf
zijn plafondpositie
de kaalslag waarnemen
weemoedige liedjes
klinken nu zelfs mooier
dan in bad
de goudvis…
Ik wil naar de kermis, ‘k wil een goudvis!
Lief papaatje, lief mamaatje:
Ik ga braaf zijn, nooit meer stout zijn!
Mag ik nu dan uit het hoekje,
want ik heb nog iets voor jullie:
Zeker duizend knuffelzoentjes...…
het lijkt op een kudde in een lift
de zwerm in de kooi van de kanarie
de school in de bokaal van de goudvis
het eerste slachtoffer is een kreupele man
zijn kruk kraakt even later kraken ook zijn botten
als de menigte de man tot moes vertrappelt
want niemand staat hier stil
men kruipt mouwsleurend kraagklauwend over en door en langs elkaar…
Oceaanwater voor een goudvis
Kraanwater voor haaien,
Vijvers voor kamelen,
Watervallen voor zebrapaarden.
Soms weet ik ook niet hoe ik er op kom.
Dan is het eindeloze geduld, en de klok weer om.
Of het dan, mooi mag zijn in de toekomst.
Groene, blauwe, paarse borden, boordevol, vitamine c en hoezee.…
Ik zie Alfred zwemmen, mijn eigen goudvis.
Overal hetzelfde, eenzaam als mijn slapende ma.
Wat doe je als je de laatste bent?
Ik denk dat ik naar bed toe ga.…
(voor André Kuipers)
Je draait soepel in het rond
als een goudvis in zijn kom,
je ruimtehuis bevalt je goed,
terwijl je vrolijk reageert
op de aardse vragen van
familieleden en verslaggevers,
verberg je als een ware joker
de pijn in je hart over de
vervuilde en vernietigde delen
van de aardbol, die je haarfijn
kunt waarnemen, net als God…