En wijzelf en ons lief zitten vastgebonden
in de snuit die blaft,
de slurf die ratelt,
de oren die slingeren,
het rubberen bekkeneel,
de blik van reuzel,
en mossellippen, in de neusgaten schapenhaar.
O zo ver, zo diep dringen wij in onze kartonnen huid
en loeren en piepen er vanonder uit.…
er was ooit eens een olifant
die last kreeg van een felle jeuk
hij lag net aan de waterkant
en vond dit nou bepaald niet leuk
de jeuk zat aan zijn rechterzij
en hoe hij zich ook bewoog
hij kon er met zijn slurf niet bij
want het zat net iets te hoog
een mug die hem daar bezig zag
bood heel galant haar hulp aan
de olifant schoot in de lach…
Aan hem voor wie geen weg, allee of laan
Geen avenue, geen plein, plantsoen, poort, dijk
Baan, bolwerk, dreef, haven, kade, gracht te groot zou zijn
Wordt minder dan een voetnoot toebedeeld
Maar aangezien men er in deze stad voor staat
Wat groot is terug te brengen tot de eigen minimale maat
Werd het minder dan een pad: een smalle gang, een slurf…
Dat emoties weer geuit worden in mooie traandruppels
die hartverscheurend, meelijwekkend maar ook zeer prikkelend
zijn toverend uit twee ogen op hetzelfde moment drukken ineengekrompen
flaporen, een plooiende slurf en lange slagtanden hun schaduw af op een herfstgrond.…