Een fijn penseel dat alles dekt met sneeuw
De herfst is ingeruild voor wintertijd
Een wonderbaarlijk toverachtig taferéél
En alles is zo sprookjesachtig mooi
Het raam is al wat mij van koude scheidt
Ik voelde mij bekeken door een ziel
Pardoes en plots verscheen voor 't raam iets vreemds
Een klein gevleugeld elfje heel fragiel
Ik knipper eenmaal…
moe
laatste dag
van de week
nog een keer werken
vrij
klaar
dossiers dicht
kasten op slot
voldaan de deur uit
vrij
alleen
naar huis
lekker niks hoeven
met niemand rekening houden
vrij…