Er hangen torso’s aan de keldermuren
van jonge goden van het witte doek.
Bart wacht en tekent aan een nieuwe broek.
Publiek verschijnt hier in de kleinste uren.
Hoe kort ons scheppend ogenblik mag duren,
het is genoeg, om dit cafébezoek
voor altijd vast te leggen voor een boek
dat later mijn geheugen bij kan sturen.
Bart zal wel mooier worden…
voor J.P.J. Maassen
De wind jaagt snijdend langs verijsde bomen.
De sneeuw vertolkt de liefste rol van mist.
De winter heeft het landschap uitgewist.
Geen water dat nog levend uit kan stromen.
Nu kom mij niet met eeuwigheid of Rome,
want, sceptisch als een Griekse solipsist,
laat ik alleen het sterven onbetwist.
Ik heb de dood tot vriendje…
Eerst dient de horizon zich weidser aan,
zo zonder bomen die het uitzicht zeven.
Dit werd pas 's winters even vrij gegeven,
om er dan snel een loofdoek voor te slaan.
Een kleine bal, een zwarte volle maan,
lijkt al wat in de verte is gebleven.
De bomen zijn steeds ijler weggedreven.
Van dichterbij zie ik een pony staan.
Daar ging ik met…