69 resultaten.
De forel
poëzie
2.9 met 23 stemmen
2.522 Gelijk een schaduw grauw, schiet de forel,
En schielijk, uit de zwarte nacht der stenen,
En ijlt de bergstroom ver vooruit, verdwenen
In 't rimplend zonlicht, dat daar flikkert schel.
En zie! ginds springt zij uit de klare wel,
En glanst van zilver, door de dag beschenen,
Doch plonst, dat vlokken spatten om haar henen,
Terug, in 't vlietend…
Laatste aanblik
poëzie
3.8 met 13 stemmen
2.176 Nu voort! Ik zag haar weer, maar om te ontdekken,
Dat weerzien zien is, wat ik altijd zie.
Lang bleef aan haar de blik gekluisterd, die
Ten elke tijde rust op hare trekken:
Steeds toeft zij, waar ik ben: nooit is er, wie
Een liefde, minder hoog, in 't hart kon wekken,
Dat, in die gloed gelouterd van zijn vlekken,
Vereend met schoonheid, werd…
Kennis II
poëzie
3.7 met 18 stemmen
2.316 Dé grootste liefde, die de mens kan nopen,
Noopt ook der werelden talloos getal
Het hart der zon te zoeken, dat hen zal,
Vol wreedheid, smachtende om zich heen doen lopen.
Zó zwerven ook om 't vuur, dat gloeit in 't dal,
De wolven van het woud in donkre hopen,
Die smachten daar in bloed de muil te dopen.
Van zonnevuren wemelt het heelal.…
Bekentenis
poëzie
3.4 met 15 stemmen
2.034 De bron van warmte en licht was zacht gezonken
Op 't ver gebergte en tintte d'avondstond,
In iedre vezel waarde weelde rond,
Die met de koele dauw werd ingedronken:
Wij doolden om: haar starende ogen blonken,
Een blijde glimlach glinsterde om haar mond,
't Was, of me aan haar geheel een leven bond...
Zij oogde naar de kim van purpervonken…
Deinè Theos* (sonnet CVI)
poëzie
2.7 met 29 stemmen
2.738 Met weekblauwe ogen zag de oneindigheid
Des hemels naar de donzen rozenglans,
Waar Zij in daagde: een breed-gewiekte krans
Van zielen had zich onder haar gereid.
Een geur van zomer-bloesems begeleidt
De zang der zonnen - duiven - die heur trans
Doorglóren in eerbied'ge rondedans
Om Haar, wier glimlach sferen groept en scheidt;
'Schoonheid…
Madonna (Sonnetten XVIII)
poëzie
3.8 met 26 stemmen
2.166 Hoe minzaam heeft uw kozend woord geklonken,
Uw zilvren woord, maar àl te goed verstaan!
'k Zag in uw oog een glimlach en een traan,
Blauw bloempje, waarin morgenparels blonken;
Gij wijst mij naar de Moedermaagd, ik waan
Mij in aanbidding voor haar weg - gezonken....
Daar voel ik me eindelozen vree geschonken:
Ik zie naar háár - Mathilde,…
Mijmering
poëzie
3.9 met 25 stemmen
2.324 Vóór ik haar had gezien, was dof en koud
De zomerse natuur, zo warm en licht, -
In 't beekgeruis hoorde ik geen stille kout,
Voor mij was bloem noch star een zoet gedicht;
Haar lief te hebben, werd mij tot een plicht,
Toen ik haar 't eerst en lang had aangeschouwd, -
Elke ademtocht was slechts aan háar gericht, -
Zij scheen me éen enkel wezen…
Aan de sonnetten II (1879)
poëzie
4.1 met 22 stemmen
2.320 Sonnetten! nu der mensen oog zal staren
Op u, en elk zal vonnis wijzen mogen,
Die denkt, nu bigglen tranen uit mijn oogen,
Die, in de toekomst, lof en schimp ontwaren.
Daar zijn er, die als schoonheid niet gedogen,
Wat zich als groots hun niet wil openbaren, -
En wijken zie ik reeds, in brede scharen,
Wie 't schone in 't kleine alleen houdt…
Aan de sonnetten (I)
poëzie
3.7 met 14 stemmen
2.137 Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten,
Gij, kindren van de rustige gedachte!
De ware vrijheid luistert naar de wetten:
Hij stelt de wet, die úwe wetten achtte:
Naar eigen hand de vrije taal te zetten,
Is eedle kunst, geen grens, die haar ontkrachtte;
Beperking moet vernuft en vinding wetten;
Tot heersen is, wie zich beheerst, bij machte…