6 resultaten.
Venus (niet die van Botticelli)
gedicht
3.0 met 13 stemmen
7.924 Plan A; een gat in je gezicht geslagen,
met een voorhamer misschien of desnoods een tennisracket,
je moet begrijpen, het gaat hier om een straf, wij
spreken van rechtvaardigheden. Zinloosheid is
een parelmoeren doosje, een bijouterieënkistje
vol dierbare obsceniteiten, maar niettemin.
Mijn haar vloeit uit, azuur, mijn lijst is afgezet met
knalroze…
Afscheid
gedicht
2.0 met 193 stemmen
93.179 Het roze aderwerk: de lijnen met een dun penseel gezet,
en hoe het aan de slapen marmert. Ledematen
die in steen verstomden- de vingertoppen broos, in kringen
heeft de tijd korstmossen, algen afgezet op schouderblad, een
borstbeen dat, nog niet gebarsten, lijkt te spreken-
nee, alles is stil nu. Je staat in de post van de
deur. Geen negatief…
Verleden dood
gedicht
3.0 met 1 stemmen
3.297 Ze wiegden zich, zwierven door tuinen
die ik niet meer ken. Gebakerd slapen,
de vleugels gevouwen in een lied. Nachtzwarte aarde.
Er vielen er veel die zomer. Uit schaduwbomen
vielen ze, van manen waar het ijsde. Het kind
een pop van nog geen meter hoog. En zo veel
gele snavels, zo veel stilte viel die middag op het pad.
Zou een vleugel bewegen…
Klacht van de weduwe na het vergaan van de vloot
gedicht
4.5 met 2 stemmen
1.960 Ik knier dat het een aard heeft. Waar het land verdampt, in asblauw een pluim een veeg
uitgestrooide lijn het zand condens de adem licht de adem in waar. Ik had je uitgerookt
ik knier je lag in splinters narwalhoorn in mosselscherven o.
En de oestervloot van 17-zoveel vertrok, sloeg zich uit en haalde verhaal op het land
je was scherp als het…
Queeste
gedicht
1.0 met 13 stemmen
5.482 Stilte trok een lichte schil, lijn van grafiet waarbinnen -
je voeten behoedzame dieren, een trilling van lucht was je vinger.
Het oog werd opgetild, in een gondel gelegd, de pupil vloeide samen
met de kleur die nog onbegonnen was van kleur,
vorm die, ongeplooid, nog nauwelijks richting bekende.
Als het luchtdunste hemd was je adem,
je huid…
Snijd alle knopen los
gedicht
1.0 met 12 stemmen
10.066 de nacht een onschuldig anachronisme. Jurken
van grijs, de lichte rouw, in mijn bed krioelt het
van overgrootmoeders die haastige woorden nog
happen, de zwanenhalzen in elkaar verstrengeld.
Dit ochtendlicht een mes met benen heft, snijdt
knopen van de rouw. Mijn hoofdkussen mompelt
wat brokken Bach, mechanisch, maatstrepen
van crêpepapier.…