Geen kop of staart
meer te zien:
een hoopje veren
Geplet als deeg
in een wafelijzer.
Er is amper iets
dat een weinig
aan de dood doet denken,
De naam oproept
van een duif
zo dun als een hostie.
--------------------------
uit: 'Blind Vuur', 1995.…
Je bent meer dan mijn eigen schaduw.
Je blijft, ook als ik niet beweeg,
als maanlicht verspringen
van de ene droom in de andere
in het theater van het verleden.
Daar trek jij aan de touwtjes,
spartel ik als een marionet
als je tot slot de tekst opzegt:
"Dit is gebeurd. Herinner je
dat het nog niet afgelopen is
je uit een molen die verdriet…
Lees dit beeld: de goudenregen
in de schuinte van laat licht.
Wat zich in schaduwen wou loswoelen,
bevrijden van de stam
leidt een getemperd stilleven.
Mei springt nog even in het oog,
is op de dool in regenwolken.
Lees de nacht: kleur drijft
van schuimende seringen af,
merels openen aders van zwart -
Lees dit beeld als een hand,…
Stel: de liefde is een klok.
Dan wordt duidelijk waarom
ze niet meer rinkelt:
wij winden ons niet meer op.
De tijd, onmeetbaar geworden,
slaat intussen geruisloos toe.
Kijk: er is een hiaat tussen
jou en mij. Een invoeging
Hoort er niet meer bij.
Gemis is nog een vluchtpunt
om af te tasten, blindelings.
----------------------------…
Ik lust ze rauw.
De slome parelduiker ruift als water,
proeft zo rins als gesponnen chagrijn.
De liefde kropt, zeg ik. En hij:
zing maar een toontje hoger, moeder,
als een bevangen Lorelei.
Wat bindt ons dan en komt ons nader
als we vervuurd en breekbaar zijn
en het verlangen naar de einder
een lichtgestalte verder weent?
Haar kleed…
Alvorens hij jouw naam zou noemen
- je eerste naam, die van een kind -
had jij zijn stappen al geteld.
Je had zo lang op hem gewacht.
Soms bracht zijn stem geheimen over,
liet hij zich kennen in je droom
Als een gezant, een bondgenoot.
Toen bracht hij alles aan het licht.
Je vogelhoofd, warm proselein,
dat in mijn handen nog zou breken…