inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 671):

Bij nacht zijn alle minnaars grauw

Ik lust ze rauw.
De slome parelduiker ruift als water,
proeft zo rins als gesponnen chagrijn.

De liefde kropt, zeg ik. En hij:
zing maar een toontje hoger, moeder,
als een bevangen Lorelei.

Wat bindt ons dan en komt ons nader
als we vervuurd en breekbaar zijn
en het verlangen naar de einder

een lichtgestalte verder weent?
Haar kleed wemelt van godsgedierte,
verdooft de kleuren van de maan.

Dan dragen weer de schemerdagen
sporen van sluiers, hagelwaan.
En als bezeten worden wij
grauw van begeerten, kwade trouw.

-------------------------------
uit: Chrysallis nr. 5, 1980.

Schrijver: Lucienne Stassaert
Inzender: JB, 9 maart 2005


Geplaatst in de categorie: emoties

3.0 met 26 stemmen aantal keer bekeken 10.894

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)