Hoe graveer ik in papier
het tasten naar haar golvend haar
dat silhouet van jonge abrikozen
verdronken in mijn vingers.
Hoe blijft de zomer blinken in haar ogen
terwijl haar zacht gezonken geur
al slaapt in 't gele glooien van een herfst
verloren rimpels in de huid van hoge bomen.
Ze is er niet. Ik zie haar wel.
Ik luister diep en hoor…
tussen ons ligt de leugen te slapen
nog lauw onder de geur van het laken
je ogen vertellen een ander verhaal
dan de weifelende woorden van je ontklede taal
ze verschuilen zich in haperend huilen
getemde tranen als zachte wapens van pruilen
maar je vingers verlieten reeds lang
als vreemdelingen mijn oevers van verlangen
vragen onder een…
jouw schaduw
laat ik
onaangeroerd
doch je warmte
schilder ik als een zomer
op mijn rusteloos behang
jouw blikken
bewaar ik
in de koelte van mijn ogen
en je vingers
strooi ik als toetsen
over een piano
je voeten
loop ik achterna
in verdwenen sporen
en je handen
draag ik als kralen
rondom mijn hals
maar je stem
leg ik…
Jij bent een blinde passagier
verborgen in het ruim van mijn verlangen
ik kies de zee al dromend op de pier
en jij het schip met horizon behangen
onze ogen spoelen aan in verre landen
maar toch gaan we voor anker
in onze haven van gevlochten handen
waarin de sporen van gemis verzanden
één keer nog wil ik in de zee van liefde springen
en…
Huid als grens. Tastbaar overschreden.
Geboeide stilte. Gedachten verlaten het zwijgen.
Het ledikant luistert. Het bed geeft zich over.
Helft en wederhelft. Eén teder territorium.
Hoofd bakent imaginaire grenzen.
Vingers worden woorden. Ze strelen je lichaam.
Van papier. Ik schrijf tederheid op je witte vlakte.
Ik ben je immigrant. Gastarbeider…