mij ruw te onderbreken
als ik eloquent voorbijpraat
aan het rotgevoel waar ik mee opstond;
mijn ego eindeloos opwrijf
om de barsten te verbergen.
Mijn masker af te breken,
dat ik never nooit meer loslaat,
omdat het rust over de hoofdwond;
ik durfde niet te kijken
naar het argeloze kerven.
Mijn borst open te rijten,
te graven in de bagger…
Dat taal soms primitief is,
primitiever dan mij lief is,
is onoverkomelijk waar.
De wereld wijst zich in woorden,
eenmaal.
Zoals de schilder in kleuren wijst,
beeldhouwers in vormen.
Maar het vormen is niet primitief.
Hoe simpel, nietszeggend een cirkel is
of blauw en groen.
Juist de samenhang resoneert tot
het woordje aarde.
Het…