117 resultaten.
Legende
netgedicht
3.0 met 5 stemmen
671 In mijn wieg oefende ik in de start
“De halve winst” zeiden de volkse monden,
lippen die de waarheid binnen de lijnen dwong
Vader schreef de regels voor de zege
las ze voor op de toon van een bitter sprookje
Alhoewel ik zelden kon wat het beloofde.
Ik voorspelde mijn gal en val. Geprevel.
Bij de meisjes waagde ik weinig
Hun sier schetste ik…
Eerste Kaars
netgedicht
2.9 met 19 stemmen
19.860 Toen was ik een wankel veulen
Toen ik snuffelde aan wie en wat,
aan wat een merk in mijn vacht brandt.
Lastdier, lastig dier dat geschonden door zijn slaap wandelt.
Zij liet het licht los op mijn netvlies,
ketende de vragen aan mijn enkels.
Ze woelt zich bloot terwijl ik jank,
de eenvoud van haar boezem vraag.
Toen werd ik een jongen en mijn…
Klauw
netgedicht
3.0 met 11 stemmen
1.156 Met een vacht die knettert
Op poten van een luipaard, bespatte flanken,
Ontsnap aan haar klauw!
Een driftig dier, een vrouw of een gevaar?
Haar tanden raken mijn vezels,
Haar koorts besmet mijn lachend bloed,
Zij staat in mijn oor te hijgen, tropenwind.
Zij haakt de poten in mijn heup en hals.
Volgzame prooi, gebeef van verlangen.
Verfrommeld…
Vragen
netgedicht
5.0 met 2 stemmen
754 In de keuken, de holle stemmen
gekibbel over de sloppenwijken,
vliegen in lege ogen.
Ik giet jolige tonen in de maag, bubbelwater.
Wij weigeren nog te begrijpen.
Ma roert in de dampende soep.
Twijfels snijden…
Met een schijnwerper speur ik de zeebodem af
Koralen met gevaarlijke nappen
nodigen mij uit naar de diepte.
Zij op het dek verbijt…
zwerfkat
hartenkreet
3.6 met 9 stemmen
1.097 Gif verlamde haar vlotte spieren
Schuimbekkend versteef ze
De duivenmelker verleidde haar met malse brokken.
Ik klemde het karkas vast, streelde de vacht.
De kop kriebelde mijn hals
Met de tong tussen de tanden.
Een bloedvlek op mijn schouder.
Ik danste een brede wals om de rouw te vergeten.
Haar staart wiegde over mijn buik.
Vroeger rende…
Voorbij de nachtmerrie
netgedicht
3.8 met 4 stemmen
842 Een dor karkas ligt in het zand.
De zon haalt fel uit.
Gieren drijven snavels in bloed.
Besmeurde halzen slikken het.
Zij woelt onder dons,
veert recht met koele slapen,
even het roerloze gelaat van een pop.
Zij vergrendelt het vertrek,
spant ketens met dikke, stalen schakels.
“Ik zit op rozen,
milde handen zullen mij liefkozen,
demonen…
Geschenk
netgedicht
3.0 met 5 stemmen
2.079 Jij schenkt me iets, mijn schat, terwijl wij verdwalen
in de kolken van onze planeet.
Onze dagen zullen lengen en onze haat zal overbodig worden.
Maar ik vermoed een lichtpunt, hoe simpel,
dat ik jouw bloed met mijn geschenken kan roven.
Jachtig is je adem en uitgestrekt je reis
Je nipt aan onze warmte in duizend en één slokjes.
Je draait en…
Verzegeld
netgedicht
3.5 met 4 stemmen
521 Uit het dommelende donker klimt de stilte.
Ze haalt ons in, sluipt naar de enkels.
Een snaar trilt, een milde klacht.
Schichten naderen en wij vouwen dicht
als bloemkelken in de schemer.
Later nog minder, de vederlichte last
van een handvol dagen, de kale gewaden
Van de rust in deze statige nacht.
Vrienden geven zich nooit over.
Wij vouwen…
De stomme rebel
netgedicht
3.0 met 12 stemmen
1.818 Stom is zijn gebed
met een drang naar blind vernielen.
Hoe het begon?
Regen in het hart en luid, luider geratel.
De achtergrond:
Het puin met de dolle honden,
ze jagen hun staart na, knagen aan een mensenschedel.
Smeltwater dat van de berg stort, zo woest.
Maar stom is hij, woestijn en zeebodem.
Hoe het begon?
De vonken spatten uit een…
Afstand
netgedicht
2.0 met 2 stemmen
1.583 Het vertrek verrast je in een oogwenk
Ergens in december wanneer de dag twijfelt
tussen ontwaken en de sluimer van paarse lucht.
Wanneer men een slordig zeil hijst
Met slingers en handen die wapperen naar haar.
Alhoewel ik toen huiverend over de reling leunde.
Verdraag ik de ruis, de grijze toon van havens niet meer.
‘Ik vertrek’ zeg je en…
Een simpel gebed
netgedicht
3.2 met 8 stemmen
1.895 1
Regen geselt het dek,
de vermolmde sloep die naar het lis drijft.
het anker gelicht,
En het verheugt ons
hoe de oever in de stroom valt.
Regen die de visser verjaagt
met een lege fuik en aas dat wemelt
Het zog van een laatste schip verdwijnt in spatten
‘Een reus drinkt uit een rietje’ zeg jij.
We dralen langs het grint.
jouw hemd toont…
De lustenburcht
netgedicht
4.2 met 13 stemmen
3.506 De groene gangen wachten nog
op gasten met strikken en bonte linten.
Ze zullen de feestroes vangen in gedachten.
Op het parket danst de steile ober,
wanneer een naald in de groef valt, tonen zwellen.
Hij boekt een trip voor oktober
naar het zandig land, de waterbellen.
De gasten dwalen door het dorp,
Ze schaven hun handen, wagen een worp…
Drenkeling
netgedicht
3.3 met 3 stemmen
620 Terwijl zij de netten uitwerpt
in een wolk van schuimspatten
krijst de drenkeling en hijst zich aan boord,
In de diepte een verzonken stad
onder wuivend wier,
een mossig koord leidt naar het schip
gekraakt in een donderslag
Nu rest er rot hout,
groeien er koralen op de mast,
de oude glorie ligt aan diggelen
terwijl zijn tranen vrij biggelen…
Waken
netgedicht
2.4 met 7 stemmen
762 1
Zij, half beneveld na het feest,
zwierig op glad parket
waar een schoentip een scheen raakt.
Fijne vlechten worden de sluier voor haar iris,
gebroken door de rook.
Dansers liggen in hun overvloed,
een half legioen dat de roes uitblaast
in een lichte slaap, een haastig hart.
Het hoofd rust op de handpalm
terwijl de nuchtere jongen de…
Herinnering aan een schildersdorp
netgedicht
2.9 met 16 stemmen
4.411 De vriend voerde het woord:
de helft verzonnen, de rest gelogen.
Het bos, de slagvelden van steen en kunstgras
had hij veroverd met listen.
Ik geloofde in die snedige stem,
mijn tong was een knecht.
Oren verwarden beloftes met bedrog,
getroffen door bewondering.
Zelfs de grap drong niet tot me door
toen hij zei:
“Mijn oma was gevechtspiloot…
Kinderwens
netgedicht
2.7 met 14 stemmen
2.273 Als zij vertrekt wil ik woestijnzand horen
Zij wordt de zon die mijn vleugels smelt,
druipend in de aders van pijn.
Elke adem, stromende wind, gaat van hier naar haar.
Ooit keek een mens fataal door mij,
een druppel die mij uitsleep in één val.
Ze keek met regenboogkleuren, trof de held,
de moed waarmee ik zei: ‘Er was eens’
Er was slechts…
Vrouw
netgedicht
2.9 met 14 stemmen
1.888 Zij is fraai in haar hoogrood kleed.
Zij huppelt langs klaprozen en
haar kleed ritselt.
Er hangt een stiekem verwachten.
Met geile ogen hurk ik tussen de twijgen van haar arendsnest.
Hoeveel jaren hebben haar gebeten?
Ik voel de zomerhitte op mijn gelaat stralen,
in haar hinderlaag
want ik word een mikpunt in de luwe stilte.
Voorbarig samenkrimpen…
Oerklank
netgedicht
2.2 met 5 stemmen
569 Hoor het gisten van de zwellende vrucht.
Het bloed popelt ook in mijn buik
Maar een geluk vind ik daar waar mijn oor ligt,
geplet tegen een naakte navel.
Jij gloeit van trots.
Jouw mond halfvol kruimels
Jouw malende mond verwijt me
en ik drink die speelse prikwoorden,
(kloothommel wordt een kriebel)
terwijl het prakje de sprei bespat.…
Mooie meisjes
hartenkreet
3.1 met 14 stemmen
3.340 Meisjes gniffelen in hun kraag
om de stoere jonge heren,
hun kleren in warrige plooien.
Ze spelen haasje over en uit
halen de moed uit hun fladdermouwen
meterslang lint van de goochelaar
Groezelige dwergen.
De jongen bukt voor de rokken,
kleeft een spiegelscherf aan de wreef
Zij nog te groen van schaamte,
te kaal in de liezen.
De volgroeide…
Dorst
netgedicht
3.6 met 5 stemmen
664 Met mijn dorst trap ik op jouw hielen,
hijgend in de kraag.
Mijn tongpunt proeft een romige dij.
Wijn en brood vegen we van tafel,
ik hap naar jou:
de geur van nat zand en een zucht bereikt me.
Dorst in de woestijn en dan in een luchtspiegel:
de waterval en een tongkus als beloning voor het toeval.
Of de maag die krimpt na de schrale oogst…
Valstrik
hartenkreet
4.8 met 5 stemmen
778 De stroom fluistert in de slijtende bedding
Grashalmen parelen in een nevelsliert.
Sneeuwtoppen in licht
Maar de val staat gespannen met gapende kaken.
Een krijger met de tanden bloot.
Het lijf in een rauw kleed gewikkeld,
Herfstbladeren rondom.
Onder het gewelf hangt hij aan een tak.
Een bloedspoor koelde en stolde op de tong.
Benen strak…
Ademende stad
netgedicht
2.7 met 11 stemmen
1.281 1
De stad dwingt hem sprakeloos op de knieën
Onder de hoge ark,
naast de Egyptische naald
Op de tombe van een soldaat zonder gelaat
Alsof de stroom fluistert:
Je moet mijmeren binnen mijn grenzen
tot de verveling jou tot daden dwingt.
Hij knikt zonder de weigerachtige zucht,
of het hoofd zinkend in de schouders.
Ze bliezen bijna de wazige…
Draak
hartenkreet
3.6 met 7 stemmen
614 Langs een rivierbocht wandel ik.
Iets besluipt me,
Een gevleugelde draak die grolt in de schemer.
Geritsel in het riet
de lage maan die in een muil straalt.
Het verbaast me
hoe ik gezapig naar de dampende tong staar,
hoe mijn spotlach verdubbelt.
Onberoerd door zijn afzichtelijk tumult.
Hij blaast vuurtongen naar de diepte
slijk glanst aan…
Bruid
netgedicht
3.1 met 18 stemmen
1.231 Al een hoogrijpe maagd ben jij.
Je wankelt over de klinkers, glad van golven
die mos en algen spoelen.
Jij nadert mijn frivole passen niet,
tot je rare ogen trekt, een pose vindt die werkt.
Verwonderd in de winkelwandelstraat.
Een kraakwit kleed. Ooh.
Je lijkt onberoerd na de knieval, de verplichte roos.
maar achter het gelaat dat weigert…
Grashalm
hartenkreet
3.0 met 4 stemmen
510 Deze zomer nog zag ik de kever
over een lange, kromme tak klimmen.
Mos woekerde over de schors.
Maar een lomp geweld nadert
met een mondvol bevelen in hun vuist.
Motregen trekt een sluier over het lover
een lap wild wacht op een betonnen lot,
een fort van verzet sluimert in de ochtend.
Het lomp geweld verzamelt,
damp parelt aan het vizier…
Ren!
hartenkreet
3.0 met 3 stemmen
703 Een zure beul doolt in mij
Hij broeit op een geheim plan,
verscholen in de grotten van mijn lijf.
Twijfels.
Het onderzoekt mijn strengen, spiralen,
de vorm van een erfenis.
De beul betast het gebinte,
geraamte van mijn tempel.
Kalken schilfers vallen door mij.
Hij beitelt spreuken in mijn schedel.
Pijnscheut.
Ik hoop, smeek:
O beul,…
Traandamp
hartenkreet
3.4 met 5 stemmen
613 Soms drijft er een pestwalm door het hart
Dan verbied ik het verdriet
Elke porie laat zijn gif los,
Elke vezel dorst naar ander, warmer bloed.
Wie vat mijn knopen, vangt mijn wilde vlinders?
Het woord is een stemmig maal,
niet het gefluister in de wandelgangen,
het gemelijk verhaal die een naam vernielt.
Een ruimte zwelt in mij
maar ik wurg…