hart mijn laatste bloed pompt
in de goot
ze onteren mijn zachte buik
aan het mes geregen en opgehangen
met mijn schaamte opengesneden
en gestempeld als eetbaar
met een hakbijl de ruggengraat gespleten
waar eens vingers van liefde toch ooit speelden
liefkozend voelden
of ik al vet genoeg was
onteerd je ingewanden
stomend dansend in de kruiwagen…
Eerst kijk ik naar de man aan het tafeltje
dan naar het raam van het strandcafé
stil als een foto, witte lijnen om de ruiten
die mijn aandacht vasthouden
zo mooi dat het me niet verveelt -
het wit! het licht! de vlakverdeling!
Ik raadpleegde de wijsheid
van het internet: Waarom
zijn foto's nooit saai?
en kreeg gerijmelde gemeenplaatsen…
Mooi Lijsje daarentegen
Wordt nooit het briefport moe,
Al wordt ze wat verlegen,
Al knipoog ik haar toe;
'k Wou dat ik haar met iedre vracht
Zo'n rozekleurig briefje bracht;
't Geeft altoos kwartjes als ik kom,
En geld hoeft niet weerom.…
Hij herformuleerde Aristarchus' theorie
En grondvestte aldus de moderne astronomie
Zodat er een nieuwe ideeënwereld naakte
Die aan ons bijgeloof een einde maakte
Met zijn planeet die om een ster heen draait
Heeft Copernicus ons gedachtengoed verfraait
Waardoor de wetenschappelijke tijd aanving
En de kerkelijke macht ten onder ging
Nu zitten…