Flarden van vroeger
achtervolgen mij
als jachthonden
waar is de gouden morgen
het ongerepte voorjaar
waar is de gaafheid
die ik de mijne kon noemen
mijn bezit, mijn universa
ze zijn verwoest…
vlieg dier
van hier
naar veiliger oorden
laat je niet vermoorden
scheer hoger door de blauwe lucht
zorg dat je jachthonden ontvlucht
zij die schieten
bloed vergieten
blijven op jou jagen
en zichzelf behagen
met jenever
en jouw lever…
twee teefjes onder appel
op die mooie zomerse dagen
mijn stem herkenden zij wel
ook al gingen zij op in het jagen
ma en kind met hoge sprongen
achter de konijnen aan
om later met hangende tongen
het koele water in te gaan
braakliggend polderland
hernomen door de natuur
niet kunstmatig aangeplant
een veld vol avontuur…
Voor mij licht mijn oude jachthond op mijn voeten
ook voor hem gaat de tijd steeds door
tijd van alles mogen, niets meer moeten,
en zo nu en dan een uurtje spelen tussendoor.
Langzaam zak ik weg in dromen
op mijn leeftijd toegestaan
laat jonge jaren nog terug komen
levend in waan van tijd die ons is voorbij gegaan.…
Voert men de jachthond vet, hij jaagt niet meer.
De vink zingt beter als hij is verblind.
Niet zonder tucht krijgt men een man van 't kind.
De nachtegaal met vol nest zingt niet meer.
Wat heeft men aan de zachtere gezangen
Die ieder zingen kan? Met straffe maat,
Met teugel en met trens regeert men 't kwaad.…
Net als je vader was je chef van de Garenspinnerij,
die op loopafstand van je woonhuis stond,
maar door al de jachthonden voelde niemand zich vrij
en valse verraders roerden welig hun mond.…
Zijn kennels puilen
uit van sterren, zijn velden zijn ermee bedauwd, hij
stoft ze van zijn jagerslaarzen, bij bossen, rivieren
vol, op bergen stapelt hij de speelse zielen, Alle
Jachthonden! Hij mist je niet en wat dan nog: voor eventjes?
Als de wind dus!…
brak - jachthond
wind'- windhond
ter hand - volgzaam
fel en zoet - bloeddorstig en zachtaardig
in de grond - op aarde
in het droog - op het land
daar naar - daarna
liet af - afzag…