7 resultaten.
Ware ik niet zo bang
poëzie
3.7 met 3 stemmen
954 Ware ik niet zo bang, schoon liefke,
Zeggen zou ik, ten begin,
Dat ik u bemin;
Dat mijn hart voor u zal blaken,
Blaken heel mijn leven lang -
En nog honderd andre zaken...
Ware ik niet zo bang!…
De stille kerk
hartenkreet
3.0 met 2 stemmen
251 Geen woorden of hoop:
slechts dat ene, diepe, binnenste in jou
mijn liefke.
Jouw geloof in combinatie met liefde
voor mij.
Jouw wachten in stilte
is jouw eigen stille kerk.
Daar vinden wij elkaar en hervinden
we iedere keer weer...
in jouw diepe, machtige en krachtige
eigen stilte!…
Vonkelt er een straal der zonne
poëzie
4.3 met 3 stemmen
459 Kom, terwijl die zielestralen
van het liefke in mij dalen,
zal ik moedig haar herhalen:
liefde, liefde zoet!
Hebt ge, kind, de straal der minne,
‘k voel in mijne ziel en zinnen,
d’eeuwige bronne voor u rinnen:
liefde, liefde zoet!…
Hoeveel?
poëzie
4.5 met 2 stemmen
830 Licht als lachen, droef als wenen,
zingend door de dagen henen,
baande ik mij een eigen weg,
deed ik goed, o liefke, zeg?
Alle wondren van vertrouwen
wil ik in uw ogen schouwen,
nooit heb ik genoeg bemind,
zwerver, dichter, wereld-kind.…
Zeg, liefken, heugt
poëzie
3.6 met 35 stemmen
7.176 Zeg, liefken, heugt
U nog de vreugd,
Wen op het kabblend water,
Zo spiegelrein,
Als kristallijn,
Zo ruisziek van geklater,
Ons kleene boot
Daar vlugjes vlood
In 't maanlicht, dat er glanste;
Een notendop,
Zoals zij op
De golfjens dobbrend danste;
Een rozeblad,
Waarin een schat,
Een parel, lag te luchten:
Mijn bange…
Arme droeve tijd.
poëzie
4.3 met 3 stemmen
480 Neem een liefke, zet ik hem,
die uw hert verblijdt.
- 'k Vrees, sprak hij, de huwlijksklem,
en... ik heb nog tijd.
Doch de jeugd van haar vervloog,
droef zat zij alleen;
duister werd zijn helder oog
en zijn vreugd verdween.
Zuchtend zien ze elkander aan,
met het hert vol spijt:
op hun wangen rolt een traan...
Arme droeve tijd!…
Een dichter.
poëzie
4.5 met 4 stemmen
743 als zonnegloed,
want drukt hem wrevel, zorg of pijn,
iets blijft in zijn gemoed:
het is zijn lied, zijn wonderlied,
dat altijd sproeit en juicht,
dat hooger klinkt dan 't aards verdriet
en elk zo wel verheugt;
Het is zijn min, die eeuwig is
voor alles wat is goed,
die gloeit voor 't land en 't volk, zo fris
als voor zijn liefken…