Linguïsten hebben zich het hoofd gebroken
Over de vraag hoe oertaal is ontstaan
Door vergelijking van het spraakorgaan
Bij mens en mensaap heeft men licht onstoken:
De eerste mensen zeiden “burp” en “grump”
Nee “grumpf” en “grunt” – nou ja, het lijkt op “trump”…
tussen woorden en
achter dingen leef ik
in een warwinkel van leven
zoekend als een alleseter
kijkend achter muren
wat er op mij wacht
daar moet het zitten
de kern wat ik zoek
gedachten en gedichten
in de groei van het ongrijpbare
doordrenkt door onze oertaal
die zich laat inwerken
in de vitrine van mijn denken
het zijn de verschijnselen…
In een wereld van water
hoor ik in een schelp
het ruisen in de oertaal
van een zee-gedicht.
Daar zie ik een schip
een streep trekken
door mijn reis
naar nergens.…
hoe wij steeds vergeten wie we zijn
de oertaal van het hart tot stilte manen
tot het breken van het licht
hoe we leven blazen in manke mythes
tijd in de schaduw loert
we meedogenloze taal leren spreken
hoe in onze ogen het menselijk tekort bevriest
in winternachten geweld levens aan stukken rijt
een vloed van tranen tederheid bevrijdt…
De woorden vallen
als blokken ijs
als houten kegels
als loden kogels
uit zijn mond
Of hechten zich
als vishaken
aan zijn lippen
geen mens verstaat
zijn oergeluiden
Doch in zijn geest
zijn ze gedrenkt
in honing en mirre
als hij in haar ogen
zich weerspiegeld ziet…
ik heb het woud gehoord
niet alleen zijn buitenkant
in het ritselen van bladeren
maar de oertaal van de vaderen
de krak waarmee hij
zijn jarenlange spanning
laat vieren in hervinden
van evenwicht en macht
het ven gezien dat zwart oogt
bij een helder blauwe lucht
en doodstil kleine bellen gas
aan de spiegel laat ontsnappen
bomen praten…