geen klarinet
die nog klagend huilt
als liefde even pruilt
trompetten worden
niet gestoken want er
gaat geen klank naar boven
tenor en alt zijn
uit het zicht verdwenen
toen rappers zijn verschenen
het is de tijd
van rauwe woorden
in een snelle beat
hese stemmen van
wat dronken gasten
en een verlopen griet
lasers rook en stroboscoop…
Die mijn ogen nooit
Met rust laat,
Het donker verdrijven wil
Terwijl mijn bovenkamer
Schreeuwt om rust,
Om donker dat alle plagen
In de tijd voor eeuwig toedekt,
Vloek van blauw licht
Dat mij nooit meer slapen laat,
Nooit meer, nooit meer slapen…
De jongen op straat vraagt
Wat is het mooiste woord
Dat u ooit zei, ik zeg
Heb je even en denk
Aan alles wat ik ooit
Heb gezegd, maar dan
In fragmenten
Stroboscoop
Nachtegaal
Nanoseconde
Ei
Die kleur paars waarvan ik de naam steeds vergeet
Badschuim
Trotseren
Petroleumlamp
Een moment waarop ik niets kan verzinnen
Mag ik even op je…
toevallige etalageruiten
of in donkere ramen,
in opwellend stoom
van het bad
in het dampige schijnsel
van de avondlamp, binnen de omtrekken
van de kamer, die zich buiten vervult
in de voorbijrijdende trein, vlak voor hij
de tunnel in gaat,
donker licht donker licht donker,
reflectie als een stroboscoop…
Die fascinatie van regelmaat en routine
De spanning tussen uitzondering en discipline
maar het is iets dat ook afstoot
als discolichten of een stroboscoop
Als ik er maar lang genoeg naar kijk
bezorgt het mij vaak vrijelijk
zo’n onhandige, maar heerlijk hete, buikloop…