speel met mij nog eenmaal aan het hout,
met snaren getralied van aarde naar hemel,
schenk ons,
jullie met de stem van engelen die
zingen doorheen het geluid van trompetten,
violen en hun kompanen,
waar ik in mijn late lente de vingers nog
eenmaal jullie zal doen beroeren
en mijn boezem het raam ,
als eeuwig monument, wil stuwen…
(voor Lavinia Meijer)
Tijdens een concert van jou
zong ik innerlijk zachtjes met je mee,
ik zag de gedrevenheid in je ogen
en de hang naar perfectie.
Zelfs nou nu ik terugschouw
ben je weer die liefelijke toverfee,
die alles exact heeft afgewogen,
iedere snarenklank harpadoratie.
Je oosterse schoonheid past totaal
bij de gratie van je…