ramen
alsof het allerlaatste weten sterft
wanneer je aardse naam de leegte kerft
in de zwaarte van een tergend amen
zelfs de rozen in het gebleekte veld
worden haastig en vreemd, ‘als traan op traan’,
zei ik zacht, uren nooit vooruit geteld
je schoof de schaduwen tegen je aan
toen herfst het nachtzingen had vergezeld
en ik, zo traag, heuvelopwaarts…
aan het einde van het pad
weten we dat door elk van ons
de heuvel moet worden beklommen
die Hij destijds al heeft overwonnen
hoop maar dat het waar is
dat Hij toen in die oude dagen
alvast veel pijn voor ons op zijn
schouders heeft weggedragen
dat al de pijnen die hij
op Golgotha leed - hij ter verlichting
van de onze deed…
Levende vleugels in het gruis
de dood op één wiel
heuvelopwaarts nog wel
het gezicht is van leer
de helling ligt bruin versleten
in het licht van de geschiedenis
de kringloop is een kruiwagen
vol vage levensresten
niets gaat verloren
dat onvermijdelijk terugkeren tot stof
rolt tergend onvermijdelijk
en beeldvullende uit
alles vergaat…
omdat het pad dat voor haar ligt
grauw en donker
grillig en eenzaam lijkt
haalt ze diep adem
draait zich om
begint heuvelopwaarts te klauteren
haar haren speels lokkend
in de wind
een andere route volgend
in haar oren en op haar netvlies
de fluister
om juist elk moment
van de dag te plukken
geen seconde te hoeven missen
hoog boven haar…
Ik heb een dure fiets en kan dus racen,
al valt het trappen heuvelopwaarts zwaar.
Ik moet een flink stuk lopen zelfs, 't is balen,
maar bij de top ben ik weer uit de brand,
alwaar ik uitrust in een restaurant.
Wat fijn, dat ik met euro's kan betalen.
Tenslotte kom ik zwetend bij d'r aan.
Wat heeft ze toch een mooie derrière.…