De man was eenzaam
hij schreef slechte gedichten
en berichten
aan zichzelf
vol lof
hij hunkerde
naar erkenning en licht
maar verborg zich
met zijn denkbeeldige vrienden
in de schaduw van hunnebedden.…
ode aan de doden
uit een ver verleden
onder grijszwarte stenen
kolossaal
de gele brem
verbergend
naar God zoekend
dwaalt hun ziel
boven korrelig zand
de hei
kleurt paars
hun aura
verdwaasd
hun geur kwijt
zonder lichaam
verdoold
vechtend vol afkeer
tegen verder verval
leven
is zolang
geleden
Hun
eeuwige vraag
waar…
Zo als we waren dragers van beloftes,
er ligt een grotere levensvraag,
onderhuidse spanning in Drenthe
dicht bij de hunnebedden.
Schoffelend bij de violen
plant hij dille en jasmijn,
Spaanse margrieten, vergeetmenietjes,
bieslook, hij knot de wilgen
schildert 's avonds zijn stilte.…