We braken het brood en schonken de koffie. In de luwte van
wind krulden de kinderen, hun wangen wars van zon.
Kleverige vingers, kruimels, een gekleurde parasol. Ergens een
verdwaalde sok, wat lauw bier. Iemand zong.
Op het kleed een krantenbericht, een pop zonder benen. We lagen
als mensen alleen op de wereld.
Nee, dan morgen. Morgen…
dat wat rest, ligt in mij opgeslagen
geborgen in mijn dunne handen
verankerd in mijn hart
bij vlagen vloeibaar maar steeds warm
het zandkasteel, de parelmoeren schelpen
het zachte van je wang
zo ver als ik maar kijken kan, wil ik
je volgen, tot ik enkel nog een stipje zie
samen met het witte van de wolken
verdwijn je aan de horizon
jouw…
Wakker worden terwijl het nog nacht is, de ochtend
vermoeden maar niet zoals bedoeld, zoals je het
eerder voor je zag. Hier is het altijd rustig, gebeurt er
weinig van betekenis, af en toe beweegt een mens, een
dier, slentert er iemand door de straten. Je denkt aan
vandaag, welke antwoorden de juiste zijn.
Buiten vind je de uitkomsten niet…
Voldoende reden heb ik
Om het zonlicht niet
Binnen te laten,
Me te wentelen
In een warme deken
Van alles bedekkende
Duisternis, onzichtbaar
Omgeven door alles
Wat zij in de jaren
Heeft bedekt -
En dan is daar
Zo ineens, zo totaal
Onverwacht dat luide
Krassen van die zilvermeeuw
Dat me wakker schudt,
De ogen opent voor…