In vergleden bergketens dagzomen aardlagen,
om voor verdwijning te behoeden,
om geboorte te vieren,
te groeien,
om dromen te druppelen in genadeloze grond.…
ga terug in de tijd
met de adem van
een parelvisser
wees de som
van herinneringen
licht de hielen
in donkere dagen
reik naar de sterren
omarm het geluk van
de kleine dingen
beroer de oude aardlagen
met onvermoede kracht
voel het vloeibare verdriet
kleur de tuin in met de
laatste lichte woorden…
ik heb je opgegraven
onder vele vreemde
aardlagen en nog
goed geconserveerd
de tijd gaf mij de
spade aan om veertig
duizend jaren de
geschiedenis na te gaan
zocht en vond
een tropisch regenbos
nog gaaf onder een
ontdooide permafrost
een ijstijd van eonen
gaf zo lucht aan dromen
over de opstanding van
het eeuwig regenwoud…
Onhoorbaar en nauwelijks gekend
draait er iets
uit de duistere lagen van de aarde
ons een rad voor de ogen
heel even soms
en slechts voor waakzamen
wordt het oververhitte vliegwiel
van onze doldrieste planeet
als waarschuwing getoond.…
ik heb een kleitablet gevonden
met letters diep er ingedrukt
door stolling aan de tijd ontrukt
gericht aan wie nog niet bestonden
de tekst, verwoord door dode monden
en door een aardlaag onderdrukt
lijkt uit de ijle lucht geplukt
met handen op de rug gebonden
geheimschrift; niemand die verrukt
eureka roept en opgewonden
de straat opgaat…