Voorbij de afgrond van jeugd
Waar onafgerond
Overduidelijk onkruid wordt verbrand
Het decor voor vergane deugd
Ziel zwart omrand
Ziedende sjacheraar
Zonder spoor van vreugd
Neergeslagen zwaargewicht
Gescheurde huid, ogen bont
Onbevangen vlagen van overwicht
Eindigen in de touwen,
Gevangen, knock out, op de koude grond
Gebiedende bedelaar…
Buiten blazen duivels in hun kanten kraag
Drijven klauwen in de goktafel
Bedelaars blijven binnen
Schikken zich in een schaarse vrede
Zoals ik me wentel in de weelde van een kerker
Waar ik een warme wet in het plaaster kerf
En later naar de Kamer draag
Dan moet de menigte jou herdenken
Als een ontknoping in een verward verhaal.…
Een hond is iemand, die van zijn baas bijzonder veel houdt,
Die hij, om zo te spreken, als zijn derde vader beschouwt,
En die hem dikwijls een hele boerenwoning toevertrouwt,
Waar hij door zijn blaffen bedelaars en dieven vandaan weet te jagen
En de post van portier waarneemt, zonder er ooit geld voor te vragen.…
Zo zat ik iedere avond, jaar na jaar;
Aan kennis heette ik rijk, ik bedelaar.
En 't was, zoals men vaak in dromen ziet:
Je mòèt iets vinden, en je kunt het niet.
'K ga naar 't balkon: lichtkevers op de landen,
Zie 'k hier, daar, ginds, angstige lichtjes branden.…
De dronken vagebond, die lacht onder het kwijlen,
en kwijlend lachend loopt onder een volle trein,
de blinde bedelaar, te oud om te overlijden,
die op een heldre nacht zijn nek breekt zonder pijn,
het is de moeite niet naar zo'n dood om te kijken.…