Kijkend naar Holland
zie ik nog steeds dezelfde soort regenten
dat nog altijd slecht luistert
zelf bepaalt wat ze doen met onze centen
negeert wat het volk ze influistert
immer zelf vol overtuiging besluiten
steeds dezelfde samenklonterende kliek
die dat wat mensen als wens uiten
wegvagen – nog net zo ziek
Kijkend naar Holland
zie ik verwaterende…
En scherm niet voor uw eigen kliek
Of ik!
Ei, gun de domme dwaas geen rust
Pik, prik
Maar schreeuwt ge uit nijd of luim of lust
Zo stik
Weet wat gij zegt; denk, eer gij schrijft
Of dicht;
Maar zo gij eeuwig wist en wrijft,
Zo zwicht!…
belde mij om te beamen
Ik heb een druiper in mijn broek
Ik vind het niet meer leuk
Het lijkt me niet zo slecht
Mijn advies dat is oprecht
Weet je jongen wat je doet
Kijk maar effe wat je doet
Mijn buren geven in de nacht
Tekenen van leven
Boren zagen en muziek
En uitgebreid dineren
En ze praten niet zo zacht
In mijn tuin belandt hun kliek…
Och bevende Alarmisten;
Och pruiken, podagristen,
Och ouwe-wijven-kliek
Och nare leuterkousen,
Och bankroetiers en smousen,
Je malen maakt me ziek.
Je duffe conversatie
Is éne lamentatie,
En nergens zie je licht;
Je snatert en je snottert,
Je steunt en stikt en stottert...
't Is wat een vies gezicht.…
Och bevende alarmisten,
Och pruiken, podagristen,
Och ouwe–wijven–kliek,
Och nare leuterkousen,
Och bankroetiers en smousen,
Je malen maakt me ziek.
Je duffe konversatie
Is ééne lamentatie,
En nergens zie je licht;
Je snatert en je stottert,
Je steunt en stikt en snottert....
’t Is wat een vies gezicht!…
Mussert, die zich in zijn propagandablad van vrijdag 6 december 1935
veroorloofde te schrijven over ‘den zich katholiek noemenden Van Duinkerken’
Jawel, mijnheer ik noem mij katholiek,
en twintig eeuwen kunnen ’t woord verklaren
aan u en aan uw opgewonden kliek,
die blij mag zijn met twintig volle jaren,
als ónze God u toestaat te bedaren…