De lijster zingt
een serenade
voor de dode
wit opgebaard
in de schaduw
van de beuk
Troostend bedoeld
klinken woorden
hol in de ruimte:
God wilde het zo
In de reiswieg
kraait de baby
ongeremd vrolijk
haar talloze
mama’s en dada’s
Ik kijk strak
naar de lange
witte baar
en schreeuw
van binnen mee:
mama…
Het was gewoon toen om te gillen
De jongste telg lag in zijn reiswieg
even boven op een kast gezet
Mijn moeder had ook maar twee handen
en eventjes niet opgelet...…
t Was bitter afzien onder reiswieg, weekendtas
en diplomatenkoffer. Langs mijn regenjas
viel in haar blousje soms een hete traan naar binnen.
Maar zij liet al die tijd niet 't kleinste steekje vallen:
de naalden stampten, ja, ze breide als een trein!…