rozen, kreupelhout
T’is maar waar een mens van houdt
Na zeven jaren kelderrijp
Kan het zo door de afvoerpijp
Smaakt heerlijk bij rijpe harde kazen
Voor niersteenlijders met zwakke blazen
Elegant van smaak, mondvullend breed
Versmolten met gistend tenenzweet
Impressies van ceder met vleugje peperkoek
Ik doe het bijna in m’n broek
Mooi romig…
rozen, kreupelhout
't Is maar waar een mens van houdt
Na zeven jaren kelderrijp
Kan het zo door de afvoerpijp
Smaakt heerlijk bij rijpe harde kazen
Voor niersteenlijders met zwakke blazen
Elegant van smaak, mondvullend breed
Versmolten met gistend tenenzweet
Impressies van ceder met vleugje peperkoek
Ik doe het bijna in m’n broek
Mooi romig…
adonis
jong knap wild
en ontembaar
ik versierde elk jaar
wel tientallen meisjes
ze was er een van
trouwen kwam niet in me op
als ze me niet gekust had
de eerste avond
was het zo wie zo
nooit iets geworden
hoe zal ze er uitzien
na vijfenveertig jaar
“als een oud kaasje”
Eerst was ze boos om dat kaasje
maar zijn woorden
zacht, romig…
Exceptionele manuele transfiguratie
pseudo-mentale herijkingsmechanica
affreus nefarieuze neuzelarij
en kleine zwarte balletjes
maar geen pingpongtafel, edoch
klossende ossen hunner harige staarten
dobberen statig gestaag door de straat van Gazpacho
hartig gegarneerde quiche van artisjokken
dromerig zo romig werd het dessert
elk een kelk dromedariskarnemelk…
Zo bouwt ieder zich
een huis van taal
waarin men schuilen kan
tegen een boze wolf
een slachtbiggetje vervuld
van heerlijkheid
met romig schuim van vet
een appeltje in de bek geknepen
Het is de kracht van taal
die ruimte schept en gelijkertijd
twee mensen nader brengt
tussen wie afstand piepend ontsnapt
een eigen energie van warmte opbouwt…
het vieren van jouw jaren
is als een goed glas wijn
dat jong nog van jaren
lenig ook en soepel smaakt
het verlangen wakkerend
bruist zij lente in het leven
dat fruitig en verlokkend
mensen min bekoren doet
stevig zacht en romig ook
als de tijd en het lief leert
dat niet tot de rand gevuld
altijd het glas kan zijn
krachtig en vol…
gluurt
dan droomt zij
hoe haar onderkoelde lichaam
roerloos ligt te wachten
op het koele marmer
van de snijtafel
in de witbetegelde lijkenzaal
van het universitair ziekenhuis
van -zeg maar- Ouagadougou
de ebbenzwarte reus Orpheus
die hier kadavers prepareert
voor autopsie
staat aan haar zijde
de kille schoonheid
van haar blank en romig…
Mijn tongpunt proeft een romige dij.
Wijn en brood vegen we van tafel,
ik hap naar jou:
de geur van nat zand en een zucht bereikt me.
Dorst in de woestijn en dan in een luchtspiegel:
de waterval en een tongkus als beloning voor het toeval.…
chocoladerotsen
gevuld met granberries - amandelen en pistache
zij werkt zich door uiterst pikante gerechten
aphrodisiaca ten top
over heuvels en bergen stijgt zij
dwars door zachte wolken
lobbig geklopte zoete witte (d)room
blijft zij stijgen
in gelukzaligheid
de sky biedt geen limit
maar de man doet dat dat wel
en ze valt
niet zacht door de romige…