ik vul jou, mijn dichter
aan
met woorden
die uitgesneden liggen naast houtnerven
en waar de vloer, vastgeworteld
zijn schaduw geeft
speels mijn armen
rond jou schetst
ik weet niet of ik nog iets
zeggen wil of dat ik de bloemen verder
draag
naar buiten
de nacht vol weemoed
met wind en de onzichtbaarheid
van mijn dromen
je…
kom schaduwdans
je zwoele woorden
in warme zinnenlust
ik zal zwijgen
tot de laatste pas
zuchten als je verdwijnt
uit het gedimde licht
en je daarna zoeken
in de verdovende geur
van de stille lentemaan…
in kaarslicht gevangen
schaduwdans
het silhouet van onszelf
verstrengelt als één
de tango der zuchten
passie vol hoop
het lied van wij samen
door harten gehoord
dansen wij leven
eindeloos zacht
samen zweven
waar schaduw wacht…
warm dansten ze
op hun schaduwen
tot de spiegelbeelden
ééndimensionaal
in elkaar overliepen
mooie volzinnen
waren niet nodig
om in de echo’s
van hun lust
te verdrinken
alleen kijken
en dansen
lijf aan lijf
oog in oog…
Misschien,
dans je hemelschaduw
weer terug naar het midden
waar ooit het begin was
jouw magie in trance
voor de God van vergeten
of laat je vriendelijk weten
de filosofie van vergeven
moeders die dichten
over katers die stinken
en schepen die zinken
geschilderde bloemen
op het zielenbehang
bijna droomverloren
in gevoel van verleden…