De wrede tijd
Heeft jou uit
De volheid van mijn
Woonkamer getrokken,
Kamer gevuld met
Tekens van leven:
Schoteltjes met banket
En gebak waarmee we
Onbewust ons leven vierden,
Drukte die daag'lijks over
Mijn vingers kroop -
Nu woon ik in de
Lege ruimte die je
Achterliet, ramen en
Deuren houd ik gesloten,
Doe ze alleen…
met daarin kostbaar opgebaard
het porselein dat werd gespaard
plette hij de kast tot gruizelement
alsof hij zich excuseren wilde
nog trompetterde hij luid
voor beleefdheid heb ik ze niet
mijn poten die zijn om te gaan
dan zijn vale oren wapperend
doodt hij achteloos die mug
terwijl slim zijn ogen spreken
het waren kopjes slechts en schoteltjes…
Als schoteltjes melk.
Ook ik heb altijd witte aandoeningen. Withete angsten.
Het plantje is heel zwak. Een heel zwak kruid.
Zoals ik een theekruid. Ja ik ben alleen maar een theekruid.
Het bloeit zo mooi tweekleurig. Roze en violette bloemen.…