Door het bos loop ik te dwalen
Hoge bomen bij elkaar
Hun toppen laten een straal van
Zonlicht door die flitsend tussen takken
Het gebladerte verwarmt
Met de stappen die ik zet
Voel ik de schaduw dan de zon
Mijn ogen toegeknepen
Laat ik mij als een kind zo vrij
Weer draaien in de wind en droom
Een toverpracht van kleuren
Doen al mijn twijfels…
Een door zonlicht opgeladen kleurlamp weet
die toverpracht extra te verlichten en straks
wanneer die bloemen echt tot wasdom komen,
ga ik ze lekker op Facebook zetten en eet
ik kogelbiefstuk bij hen en drink ik de
duurste witte wijnen bij hen. Ja toch?…
Ik dwaal door een tuin
vol steppen en kuilen
waar het fijne stof regeert
over de pest en etterbuilen
al het groen en pril geweerd
gortdroog en veel erosiebruin
Ik volg de sporen van de bron
ooit de zekere oorsprong
van omhelzing en minnekozen
waar de aarde ooit bezong
de toverpracht van lila rozen
altijd de glimlach overwon
Ik voel de…
Waartoe die dartle toverpracht?
Of eerde ik niet genoeg uw macht?
Beheerst gij niet genoeg mijn zinnen?
Och, spaar die praal, mijn liefde een hoon:
Gij maakt wellicht u meerder schoon,
Maar nimmer kan ik u meerder minnen.…
Tijd geeft nu een rauwe aanslag
op mijn te leven tijd
dagen van liefde
naast eenzaamheid al is de kamer vol,
gun je mij toverpracht
nog een jaar vol meimaanddracht.
Ik hou en hield van leven,
meer zal ik nooit kunnen geven.…