Zijn schaduw verduistert mijn zicht. Het
wordt oorlog. De donder trekt van leer. Het onweer vuurt met licht. Een
bliksemschicht volgt in zijn kielzog. Er kwaakt geen kikker meer.
Onbarmhartig stort het ontij op de wereld neer. Het lijkt wel of het
heelal zijn gal heeft uitgebraakt. Het heeft ook mij geraakt en
ontwapende mijn verweer.…
Maar ja, wat verwacht je dan van een beitel
Het breekt en scheurt door mijn ziel heen
Het snijdt en verduistert mijn gevoelens
Een beitel is voor snelheid niet voor het slachtoffer
De natuur is langzaam en fijn voor de pijn
Dat is het eerste probleem aan steen zijn
Maar het tweede doet veel meer pijn.…
Van alles nu beroofd, totaal ontluisterd
hebt Gij geen toevlucht meer in dit bestaan,
nog even en het licht der zon verduistert,
o levenslicht, naar wie zouden wij gaan?
Met grote spijkers wordt Gij vastgeslagen
en tegen 't onrecht biedt Gij geen verweer.
"Mijn God, mijn God, hoor naar mijn luide klagen,
waar zijt Gij nu, mijn God?…