Alles is vergankelijk ook mijn droomplek
De natuur gaat zijn gang, doet zijn plicht
Leven en de dood zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden
Dat is een waarheid die niet te onderbreken valt
Gelukkig ook maar
Dag droomplek... PLOF!
(zie ook mijn Hartenkreet nr: 41806)…
onbewogen staan
de bomen
als skeletten
hun takken
een smeken
hemelhoog gericht
zonder schaduw
werpend op
in het naakte
verstilde land
waar de lucht
van dode wintersloten
ons beroert
als wij
de grijsheid
weerspiegeld zien
in een zwarte
omlijsting van
vergangkelijkheid.…
De lege plek was snel weer opgevuld
door een vaas met tralies, toch
leeft jouw gemis
terug in de zwaluwen van deze lente
‘k heb er nog geen 't gezien, een
zwart met wit bedekte vleugel
die al jagend op insecten
mijn beeld van jou zal gaan vervagen
zes scheppen zwarte aarde
een kiezelsteen en een oude spijker
en verder niets meer van waarde…
er zit geen vreugde verborgen in
mijn vergankelijk bestaan, slechts
de spreker in mij dept het bloed met
woorden die de leegte omarmt
geen reizen naar het ontstaan van leven
waar de dood zich
vergewist van het eeuwig dragen van
dit maatpak dat kleurloos de
streepjescodes accentueert
de blauwdruk, gesneden op het scherpst
van de ziel…
Wervelende dagen
strekken zich als
een kleurige bongerd
voor ons uit,
bomen buigen
hun kruinen
onder het gewicht
van gouden vruchtenkronen
en tijd
slingert vrolijk
aan de vluchtige wijzers
van een zonneklok.
Ooit zal er een herfst komen
als een kwaadaardige petemoei
en alle bloemen en bladeren
van ons afnemen,
dan zullen ons…
het lijkt gewetenloos
wanneer mijn stappen
zich zetten op de vlekkerige
paden die zich hebben
verzameld tot een nest
vol eerbied doch wel
met een sprankel anarchie
eigenlijk geen wonder, want
in deze trage mist doemen
telkens in deze niemandsland
kathedralen op, derhalve
dat deze al herkauwend
door het met rijp belegde gras
zich voortbewegen…
Held, een Vorst, een Boer en al te zaam kan zijn;
Wie zulk bedrog bemint dat lachend ons doet wenen‚
En wenend heimlijk lacht, daar‘t onheil ras verdwenen
En heel vergeten is, wijl men 't niet meer gelooft;
En voor een andre keer een nieuw bedrog belooft;
Die zie ‘t toneelspel aan; daarin wordt ons gegeven
Een duidelijk kopij van het vergangklijk…