schreide
het zijn oude verlangens
we volgen valk en vlinder
we horen ver verdriet
herschrijven een bezonken Testament
van Boudewijn en Bob
alleen over de dingen die we liefhebben
hallucineren met Gabo in
honderd jaar eenzaamheid
kennen de wetten van weerstand
en woede
we voelen Brel’s dictaat van
norse vloed die beukt aan het zwart basalt…
anders zou beloven
Met de zon op stillend water
witte zeilen in het blauw
Ik bouwde ons een luchtkasteel
waar wij in zand ons voortbewogen
En ik strooide regenbogen
die ik plukken zou voor jou
Zag hoe de vogels die er gingen
als een stip steeds verder vlogen
Eens verdwenen in een beeld
waar ik in poëzie van hou
We bleven staan op zwart basalt…
gebonden licht en gekluisterd balans
kans op leven in eenheid met aarde vergaren
van wat wortels aan de rand van bestaan
schrikkend rood vergloeit
de purperen horizon verflart in
regens die grijzer nevelen dan wit
een bui valt trager water naar de zee
waar golven sissen trekken en bijten in
stijgen tegen zwart massief de steen graniet
basalten…
Dan naakt, als om meer
onthulling, over basalt
water verkoelt,
ons verhaal spoelt.
De boten en vogels blijven,
de zon en de zoen,
het omhelzen van lijven.
Jouw gebogen schouders
torsen deemoedig het leven,
toch leek het even die middag
alsof onze levens verzoend,
vergleden, als leken ze
de wolkjes aan de hemel.…
een jongen heeft mij er binnengeleid;
eerst rende hij naast mij en voor mij uit
als een jonge hond in de voorjaarszon,
tot ver buiten de poort,
waar de heuvelrug als een havenhoofd
plotseling afbreekt,
een brug van basalt,
hoog boven het andalusische land
dat golft als een zee, tot de einder beplant
met pril wintergraan. -
toen zijn…
Verlag van Bach naar eigen hand
flikkert in de verte een licht
Breskens vuurtoren nog net in zicht
schuimend meisop op de stranden
maken kwallen blauwe veekranden
is de wijting een heerlijk ding
gauw gemaakt tot kibbeling
ligt bij iedere kromming
een andere kleur betonning
overspoelt de vloed
het blaaswier zoals het moet
breken op het basalt…