De geuren van de blonde rook dwalen rond
als je commentaar op commentaar geeft
hoor je er vanzelfsprekend ooit ook bij
windkliekjes beschrijven droeve keutels
langzaam verder verwijdert van de muze
die uit zichzelf nooit hoerig blijft
geestigheid moet terug in de melkfles
zodra zwellinkjes zich met ironie verrijken.…
Ik stond stil met mijn fiets,
als een schim, verstild als
een zombie voor zich uit starend,
naar een vrouw die haar kind de
melkfles gaf, ik dacht, waarom
niet je bolle borst, leeg?…
op de Zwartendijk verlost als roomwit bolleke
een melkfles gewiegd onder een parasolleke
mens zeg niks ik had nog geen zon gezien
met toen reeds sproeten zeven honderd tien
op de foto nog zwart wit in de Haagse Courant
geen krijtwit of lelieblank nee echt albino
de plaag was bakker sandwich jos voor casino
ik ging aan de schoffel meteen al…
vroeger of later
bij ieder die me wel zag zitten
blijk te hebben vergooid
vraag mij niet waarom
ik zei nog sorry pardon
abnormaal gewoon
al bij vader op de veilingschuit
wist ik niks nieuws onder de zon
ik lig er altijd wel ergens uit
eigen schuld dikke bult gast
het is zeker je verdiende loon
thans zoek ik in mezelf de gratie
als melkfles…
En een melkfles koop ik dan.
Bel gaat weer.
En dan is er een man met een brood.
Daarna ga ik weer achter de vensterbank.
Gapen als een trut.
Ik word oud.
En ik zit nog steeds achter de geraniums.
Ach daar is niets mis mee.
Ze krijgen kleine nieuwe lootjes en babybladeren.
Ik ben er met water en zorg voor hen.
Velen vinden mij saai.…