met de stranden kroelt
Het is er en verdwijnt ook weer
als ijs en sneeuw en zon en wind
de kilte doet haar hart zo zeer
dat eenzaam is en onbemind
Een hand van ijs beroert haar oog
dat het licht daardoor niet ziet
en blind gaat zij de toekomst in
De weg daalt diep, gaat niet omhoog
zij zingt het treurig levenslied
van de volmaakte wraakgodin…
Ooit hoop ik dat een
Eva voor mij naakt,
Venus uit een zucht
van zilte golven
Parelend in
Botticelli's baren
Mijn hart verterend,
God mag mij bewaren,
Mijn ziel verblind
verloren en bedolven
Als zij de slangelust
in mij ontwaakt
Vrouwe Fortuna
engel-wraakgodin,
Berooft zij mij,
een Adam, van mijn zin…
het verbodene wilde eten
jij was de balsem op de roof
van oude oorlogswonden
bedekte ze met helend loof
stichtte vrede op mijn gronden
twee zielen op de dool
die elkaars honger blusten
het sop namen met de kool
geluk trokken op houten fusten
maar altijd stond zij tussen ons in
de vrouw die zich in je had vastgebeten
ze siste als een wraakgodin…
verviel
Tot die tijd zal woede kolken
wanneer de leugen mij begroet;
verblijf ik liever in de wolken,
regen mee in eb en vloed
sneeuw over landen, over steden,
waai met alle winden mee
verwarm als zonnestraal, tevreden,
heel de aarde heel de zee
onder mijn hagelstriemen wordt geleden,
ik breng ijsschotsen op het strand
bezie als wraakgodin…