268 resultaten.
LAIS CLXXXIX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
147 Het is weer donker dus het stoot zich om.
Glasbreuk bewijst de naaktheid van voeten.
’t Is weer wakker en het weet niet waarom:
wie vindt er nog lering in het moeten?
Is ’t niet genoeg? Wie moet er nog boeten?
’t Wordt met wroeging bij de keel gewrongen.
In hun dromen is er ingedrongen
en eist er liefde op die niemand kent.
Angst begreep hen…
LAIS CLXXXVIII
netgedicht
4.3 met 3 stemmen
173 Niets zal nooit hun zoenen evenaren,
zij hebben dat bereikt waar ruimte tijd
en tijd weer ruimte wordt. Hun gebaren
in de stilstand stremmen zonder spijt
om hun bewegen, vroeger bron van nijd.
Strijkt het haar lichaam aan, zijn woord wordt glas:
het ziet wat komt, wat is, en wat er was.
Het jaagt zich uit de verzen die het maakt
en 't leeft…
LAIS CLXXXVII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
143 Het legt het eigen rot aan banden, schat
de tijd rijp voor schoon schip en spoelt het slijk.
Het drukt het mormel van ’t humane plat
en legt het aan ’t infuus van haar gelijk:
haar gebeuren is doorvoeld, maakt het rijk
en laat ervaren al wat verscholen is
onder nijdige slijm, onder de ergernis
die aan de echte stem geen klank meer laat.
‘Versuiker…
LAIS CLXXXVI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
165 Elk ogenblik in de geschiedenis
wordt één met wat het heden overkomt.
Zijn woord was voor haar lijf gevangenis.
Het schrijft wat het voelt, haar stilte is mond,
zijn tong is siddering in haar gekromd.
Het heeft de kroon met doornen afgedaan
en zwart zijn hoofd bloedt uit in haar bestaan.
’t Malen der motoren heeft het afgezet
het zweeft en glijdt…
LAIS CLXXXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
136 Zijn adem wordt haar adem zonder kus.
Zijn lichaam wordt haar lichaam bij haar zucht.
Het wordt in haar een niets, een lege lus
van tijd in tijd en het verschuift in lucht,
vermengt de zon met git tot wolkenvlucht:
“laat ons in elkaar verweven zweven,
laat ons in elkaar elkaar beleven.
Jouw adem met mijn adem in een lus,
jij zucht, ik word uit…
LAIS CLXXXIV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
163 Als een baken boven zwarte meren
staat in zijn oogwenk pal de scheve klok
die geen stonde nog de hel wil weren
uit de krappe vrede van zijn dichtershok.
Die elke schreeuw van pijn verguist tot tok,
die maalt met tijd de leugens van zijn vrouw
en breekt en braakt en voert zijn eed van trouw.
Het bouwt gestaag zijn geile kathedraal,
en mengt zijn…
LAIS CLXXXIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
142 De vrede is de vrede die in haar
berust, en daar, aan randen van zichzelf
zichzelf herkent, ontroering brengt, gebaar
is, als van liefde. Zij vormt daarmee gewelf
waar ieder schuilen kan, en ook zij zelf.
Zij heeft in ons verdriet verdriet vergaard
en pijn met pijn als harde steen verzwaard.
Het heeft zichzelf in haar bestaan herkend
en zijn…
LAIS CLXXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
149 Geen christenhond zal haar nog schamen ooit
geen moslimrat haar met schuld belagen
want nu verschuift niet meer van toen naar nooit,
want het zal met schrijven taal verslagen.
Zij zal geen rouw meer hoeven dragen,
zij is als git in het, als hel in haar.
‘Zie’, zegt het, ‘hoe sterk ik het verbouw:
elk woord van het wordt recht en vast en echt…
LAIS CCXXXI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
209 Zij sterft daadwerkelijk bij dageraad
als weerschijn die de ganse nacht optilt,
een rode sluier die in ’t wit vergaat
Aurora die het wildste hart verstilt.
Het ziet zijn lusten die haar schoonheid schilt,
als licht dat wreed door tijd en ruimte gaat
en liefde is nu, ver van ieders haat,
hoe zij ontbreken, in en aan elkaar:
verzegeld wordt het…
LAIS CLXXIX
netgedicht
5.0 met 2 stemmen
165 Er is teveel. Het schakelt storing uit:
knipt in de lichtenwalm tot het ziet
haar zwart verschijnen dat verteert. Het sluit
wanklank uit, want walg verstoort het lied.
Het hoort zijn stem die zegt wat zij gebiedt.
Het is met haar voldaan. Het kent maar kraakt
haar erecode niet. Het wacht. Tijd maakt
altijd einde aan bezweren van kwaad.
Het…
LAIS CLXXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
174 Elk lijf is een lijn, ’t frêle huiveren
van de pen in de leegte die wij zijn.
Handen willen de handen zuiveren,
armen de armen ontdoen van de pijn,
maar de lijnen blijven altijd te fijn,
en het lijf onthoudt niet haar zaligheid.
Het draagt zich voor: onthouden lelijkheid
en schrijft alsof het sterren doet ontstaan,
maar waar zij het in het…
Oetoen
netgedicht
3.5 met 2 stemmen
287 de leden gelaten.
het hart is blind en weet
zich door het ziende
onbemind.
Oetoen plukt de bloem.
huilen kan ze niet maar voel
het droeve dreunen, hoor
in het witte kronkelen
van honderden larven
de bodem van git
waarop zij valt,
waarop zij viel,
waarop zij vallen zal, en
adem
het weeïge ritselen, het
slurpen en glijden
van…
LAIS CLXXVI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
137 Toen het had haar stem gehoord die avond
die de dag aan duisternis deed klinken,
was er geen klank die zijn gehoor nog vond
want het hoorde zich in haar weerklinken:
vernietiging die in haar bezinken
zou, bloed met git verbinden, eindstand
met de dagen, en nacht met elke hand.
Want het had geboorte zien gebeuren,
zwarte kern van de immense brand…
LAIS CLXXIV
netgedicht
3.0 met 4 stemmen
253 Motten die elkander open wrijven,
als harde diamanten in de nacht:
sterrenstof bekleedt de tere lijven
bij hun labeur dat niets van hier verwacht
maar van het duister wil de pure pracht.
Zij, als nacht zo nodeloos geboren,
zwart op zwart en in dat zwart verloren,
zijn licht dat om zichzelf verlegen zit
te bidden dat het duister hen verhore…
Delvauxesque
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
480 De ketel puft heftig, het water wil aftochten.
Je wil nog zwemmen, je alsnog met de zee
van mijn kilte benatten. Vuur verklaart stormachtig
het sterven aan het blauwzwarte uiteinde
van windstoten. Ik golf in de zee
zoals ik golfde in haren.
De wolken trekken zich in afschuw af
van het ondermaanse. Je staat hemels besmeurd
en perplex bij…
apocalyptisch
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
189 Ik zal het lege gele
bootje zijn dat dobbert,
dobbert, dobbert,
dobbert in de leegte.
De dode oevers zal ik
dood en droevig laten,
de weidse verte weids en ver,
maar geen grashalm blijft nog over,
en geen zon of maan of ster.
Ik zal het gele lege
bootje zijn dat dobbert,
dobbert, dobbert,
dobbert in de leegte.
Ik mag jouw zweet als…
LAIS CLXXI
netgedicht
5.0 met 2 stemmen
181 Die liederen herinneren het eraan
dat het de zang vergeten is. Het wou
alleen LAIS die het bemint, want dat
is sluitsteen voor het duister van zijn wil,
voltooiend niets en van het niets de schil.
Haar blik verbrandt het, haar lijf is vuur,
haar lach is gong en slaat zijn laatste uur.
Tijd is sluier waarin zij slinks verdwijnt.
Dat schrijven…
Breughels
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
178 Hoor jij ook de trage nijd die takt in de bomen?
Alleen een boom kan dit dulden.
Alleen jij kan dit lezen.
De dichter is de ekster op de galg
die schettert om hun kromming.
De andere treurt dat er mens is.
Het zou alsnog kunnen, schildert het landschap,
het dansen, de myrte. De bedding kreunt
van geile bevaarbaarheid in de verte.
Maar de…
LAIS CLXX
netgedicht
4.5 met 4 stemmen
292 Nu in duizend ongedane daden
in klaarte oplicht al geheel het pad
met de uitgesponnen levensdraden
en niets nog wijst naar vrijheid die het had
verborgen in het draaien van het rad,
nu het haar licht als git ontvangen heeft
en er geen hoop meer in zijn duister leeft,
nu feit de nood opheft aan menig woord,
nu rust de spin gevangen in haar web…
LAIS CLXIX
netgedicht
3.0 met 2 stemmen
160 Op het eindpunt van haar stralen, waar tijd
de mens verlaat, aan het raakpunt van haar
schijnen waar ’t menselijk betrachten zwicht,
in loden stilte achter hemels klaar:
de gouden lichtval in heur ochtendhaar.
Haar ogen wijken niet, haar lach klinkt klaar,
haar hand herhaalt het denken als gebaar,
het haar omkranst haar woordeloos gebaar
en…
alleen lyriek maakt je vrij
netgedicht
3.0 met 2 stemmen
220 nu de toekomst verdwijnt
in de kennis van morgen
beleven wij pijn
om wat zo zal zijn.
nu het verleden begint
in een jaar zonder zorgen
dat nooit heeft bestaan
weten wij stellig (helaas)
hoe het zal gaan.
de taal heeft geen woorden
voor wat er gebeurt
ravage en moorden
en niets gaat voorbij.
verletter het zuchten
boekstaaf de luchten…
Bourgeois en proletariër
poëzie
3.1 met 9 stemmen
2.258 Zij schatten honend zijn waarde
Met de maat van het stomme geld,
Naar de factor zijner slijtage,
Naar de jaren die hij telt.
Zij verbruiken de kracht van zijn leven
In hun harde meerwaardefabriek,
En gunnen den rest aan de wormen,
Als een vuile, waardloze kliek.
Zij hebben bittere…
Het Bakkersmeisje
gedicht
2.5 met 49 stemmen
20.012 het bakkersmeisje
had poeder op haar armen
zodat hij vragen wou
mag ik even over uw armen blazen
mag ik het even laten sneeuwen
en dan zien hoe vlug het dooit
maar hij vroeg maar liever een brood
want bakkersmeisjes, die dooien eigenlijk nooit
------------------------------------------------
uit: 'Mag ik het even laten sneeuwen', 1995.…
paard
netgedicht
4.3 met 3 stemmen
383 er staat een paard te suffen in de kou
zijn schoften zijn hoog maar ingezakt
het schijnt te dromen
misschien dient hij de koning van spanje
of knelt la reina castiza Isabel
haar zachte dijen om zijn rug
of dient hij trots een lansier met knevels
onder een zadeldek van goudgalon
en werpt hij fier met zijn hoeven het spaanse stof op
en ziet hij…
Het Kadaster
gedicht
4.0 met 1 stemmen
2.924 Verkaveld onder ‘t lage wolkendek
tot in de verste uithoek ingemeten
door paal en perk uiteengereten:
de delta
Hier ligt becijferd en beschreven
in meters, aren en hectaren
met hypotheken die ‘t perceel bezwaren:
het eigendom.
Alleen de wind heeft men nog niet gevangen
en ook de regen kent uw grenzen niet,
de vogels die in ‘t luchtruim…
Rood Jacht
gedicht
4.0 met 2 stemmen
2.765 Er vaart een schip, het is een veronachtzaamd iets.
Het was er niet en nu zit ver in zee
Als wolkenlucht haast vanzelfsprekend,
Een helrood jacht. Je kunt het zien en wil er zijn.
Het is wellicht van balsahout.
Het lijkt niet voor de vaart bestemd.
Is alles er bewaaid met zout?
Gewijzigd is een jacht zichzelf niet meer.
uit tegenzin kwam het…
Turkooizen scheepje
gedicht
4.0 met 3 stemmen
5.130 Het is al dag. Maar wie maakt dat
Waar? Niet de vrouw met haar hand
Bij een lichtknop. In die gang ook
De rode trui om een lichaam niet.
Wat is niet ooit onklaar geraakt?
Tot dan weer, op mijn mouw gebreid,
Het ding zich uit een draad bevrijdt
Dat kruipt alsof het aan komt varen:
Turkooizen scheepje op een rode trui.
Een wollen schoorsteen…
Wintertroost.
netgedicht
4.5 met 2 stemmen
242 Door het raam
Kijk, trage sneeuwvlokken.
Perfecte vergankelijkheid.…
Tegen de afgrond
gedicht
3.5 met 2 stemmen
4.420 Dat ik je aanspreek,
stom hart,
is natuurlijk complete waanzin, je bent
een generiek gegeven uit de cultuurgeschiedenis.
Dat betekent: een sterrennevel,
drijvende paddesnoeren, een parcours d'accidents
een zon die in het zwart verkeert,
napalm, Reihung, een nevengeschikte wereld
en we schrijven entropie.
Het is een woord,
hart,
tegen…
Op de rechte plaats
gedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
3.323 Het luchten het treffen
het breken het stelen
het vasthouden het opvreten
het winnen het schenken
erin dragen wie achterbleven
de weg naar het hare
het laten uitgaan, maar wie krijgt het
erop trappen, alsof het niets was
met heel mijn 'tuut'
de vrouw van je 'biep'
een pak van mijn 'zap'
Waar het pompend van vol is
en wat er dan…