205 resultaten.
Ego vigilabo*
poëzie
3.0 met 16 stemmen 2.655 De zonne is weg, en 't daglicht heengevaren;
het duistert al, de dood heeft de overhand
gewonnen over ons, die eer zo luide waren
aan 't leven, heden, vrij en onvermand.
De zonne is weg, die liên en land
verblijdt, en 't vlugge volk van 's hemels harpenaren.
Ze zwijgen al nu, tonge- en taalberoofden;
ze treuren: 't zonnelicht is uitgedaan…
Mij spreekt de blomme
poëzie
3.0 met 59 stemmen 10.505 Mij spreekt de blomme een tale,
Mij is het kruid beleefd,
Mij groet het altemale,
Dat God geschapen heeft!…
Gij zegt dat 't vlaams te niet zal gaan
poëzie
3.0 met 17 stemmen 3.165 Gij zegt dat 't vlaams te niet zal gaan:
't en zal!*
dat 't waals gezwets zal boven slaan:
't en zal!
Dat hopen, dat begeren wij:
dat zeggen en dat zweren wij:
zo lange als wij ons weren, wij:
't en zal, 't en zal,
't en zal!
----------------------------------
* 't en zal: het zal niet (gebeuren)…
'T KRUISKE
poëzie
3.0 met 23 stemmen 5.759 't Eerste dat mij moeder vragen
leerde, in lang verleden dagen, als ik hakkelde, ongeriefd*
nog van woorden, 't was, te gader*
bei mijn handjes doende: "Vader,
geef me een kruiske, als 't u belieft!"
'k Heb een kruiske dan gekregen,
menig keer, en wierd geslegen*
op mijn kake, zacht en zoet...
Ach, ge zijt mij, bei te gader,
afgestorven…
O VRIEND WAT SCHAADT
poëzie
3.0 met 13 stemmen 2.950 o Vriend, wat schaadt of baat het ons
der mensen lof- en laakgegons,
die klederdracht, die spreekmanier,
die raad en daad bespotten hier,
van vreemden, die zo snel voorbij-
en weggaan; of, wat konnen zij?
Wij voeren immers vreemde taal
en andere zeden altemaal
als zij, die, langs de wereldbaan,
hun eigen blijde wandel gaan.
Wat schilt het…
EN DURFT GIJ MIJ
poëzie
3.0 met 19 stemmen 3.450 En durft gij mij van dichten spreken,
die nimmer zijt in staat
twee reken*
te rijmen dat het gaat!
Het dichten is van God gegeven,
maar niet aan elk ende een
in ‘t leven;
de kunste is niet gemeen*.
Laat bloeien al die roos mag wezen,
spruit helder, zijt gij bron*;
maar dezen
die* ton zijn blijven ton!
De miere en zal geen peerd heur…
EENZAAM OM MIJ ALLENTWEGEN
poëzie
3.0 met 14 stemmen 2.773 Eenzaam om mij, allentwegen,
is 't; geen mense en hore ik meer;
helder blinkt mijn ogen tegen,
hemelvast, het sterrenheer*.
Alles rust en niets en roert er,
in 't vereende* van de nacht:
wat ontwekt of wat ontvoert er
dan zo schielijk mijn gedacht?
'k Hore een wisse* tale spreken,
uit het eenzaam stergebied;…
N I E U W J A A R N A C H T (1897)
poëzie
3.0 met 10 stemmen 2.412 o Nieuwjaarnacht, onaangenamer,
onnieuwer nooit en was er iet,
als ‘t geen gij mij voor waarheid biedt,
onbeterbare leugenkramer!
Van God en schijnt ge niet gegeven:
dat God ons gaf is altijd mooi,
en ‘t alderminste blomgestrooi
is altijd lief, is altijd leven.
Terwijl gij, dood, zo alle dingen
die dood zijn, aâm…
'K ZAT BIJ 'NEN BOOM TE LEZEN
poëzie
3.0 met 23 stemmen 3.111 ‘k Zat bij 'nen boom te lezen,
al in mijnen brevier,
de zunne kwam gerezen,
gelijk een kole vier,
de blijde vogels dronken
de dreupels van de Mei,
de morgenperelen blonken
en brandden in de wei
lijk vier:
'k Zat bij 'nen boom te lezen
al in mijnen brevier.…
WIT EN ZWART
poëzie
4.0 met 14 stemmen 2.190 Hoe helder, zwart op wit, die koe
gemazeld is, en weet ik hoe
te malen noch te melden:
ik zie ze, varings heengevoerd,
en ‘t groene veld voorbijgesnoerd,
te schielijk en te zelden.
Zo wit is ze als de snee, die, vers
gevallen over ‘t wintergers,
te blinken ligt; met vlekken,
die, zwart alzo de rave, of wel
nog zwarter, in…
DICHTEN IS GEEN KUNSTE
poëzie
3.0 met 25 stemmen 3.313 Dichten is geen kunste
kom,
geen kunste
dichten is een gunste
Gods
een gunste!…
Vader overleden
poëzie
3.0 met 17 stemmen 3.972 o Al te kwade boodschapper,
die, bitsig als een horselbie;
die, stekende als een degenstoot;
die, snel gelijk de bliksemslag;
die, stom en doof, noodzakelijk,
te mijwaard op de snaren komt
gevlogen van de tekendraad!
Te gauwe, och arme, vindt ge mij
en biedt gij, in uw bitsigheid,
de boodschap, - en geen troost daartoe! -
dat 'vader overleden…
o HEER GIJ MINT IN ONS ALLEEN
poëzie
3.0 met 17 stemmen 2.395 o Heer, Gij mint in ons alleen
uw eigenzelvig wezen,
dat, duizendvoudig afgeprent,
staat overal te lezen.
En wij, in al dat minlijk is,
zijn schuldig U te minnen,
die aller liefde onendiglijk
het eind zijt en 't beginnen.
Gij mint in ons U zelven, want
wat zijn wij, al te zamen,
als 't geen dat Gij ons wildet…
'T IS STILLE
poëzie
4.0 met 30 stemmen 4.436 't Is stille! Neerstig tikt het on-
gedurig hangend wezen,
waarop de weg naar 't eeuwige, in
twaalf stappen, staat te lezen.
't Is stille en middernacht! Alsof
ik blind ware, om mij henen,
in donkere diepten schijnt het al
verduisterd en verdwenen.
't Is stille! Niets te zien en niets
te horen, - 't doet mij…
EENZAAM OM MIJ ALLENTWEGEN
poëzie
3.0 met 21 stemmen 2.805 Eenzaam om mij, allentwegen,
is ‘t; geen mense en hore ik meer;
helder blinkt mijn ogen tegen,
hemelvast, het sterrenheer.
Alles rust en niets en roert er,
in ‘t vereende van de nacht:
wat ontwekt of wat ontvoert er
dan zoo schielijk mijn gedacht?
‘k Hore een wisse tale spreken,
uit het eenzaam stergebied;
wonende…
'T LIGT ALLES WEEROM WITGESNEEUWD
poëzie
4.0 met 12 stemmen 2.180 ‘t Ligt alles weerom witgesneeuwd,
zo wit als waar' ‘t een laken:
hoe gaan Gods lieve vogelen nu
aan ‘t daaglijks brood geraken?
Ze vinken en ze kwinken mooi,
ze schijnen wel tevreden,
maar... Here, spaart uw vedervolk
van ‘s winters eendlijkheden*!
* eendlijkheden = narigheden die met de winter gepaard gaan…
Slaaplied
poëzie
3.0 met 28 stemmen 4.674 „Waait mij nu zoetjes, o zuchtende winde;
wiegt mij en douwt mij dat zuilende kind;
speelt om zijn wichtelijk aanzichtje en laat
Jesuken rusten; het slapen nu gaat.
Palmen, die roerende en wagende zijt,
stilt om mijn kindeke uw takken ’nen tijd;
engelkens zoetjes, ach, Jesuken wilt
slapen: uw’ tonge en uw’ harpe nu stilt.
Vogelkes zwijgt…
VERSE GRAVEN HIER EN DAAR
poëzie
4.0 met 9 stemmen 2.045 Verse graven hier en daar,
onbegersde moldebuilen,
ziet men uit het kerkhof puilen,
dit onzalig ziektejaar!
Kinders, sprakeloos, gekist;
ouders, al te vroeg gaan slapen,
wonden die in 't herte gapen...
deerlijk om herdenken is 't!
Ach, hoe broos, hoe onbestand,
onbewaarbaar is het leven,
dat gij, Here, ons…
Gierzwaluwen
poëzie
3.0 met 33 stemmen 2.829 (Cypselus Apus)
----------------
"Zie, zie, zie,
zie! zie! zie!
zie!! zie!! zie!!
zie!!!"
tieren de
zwaluwen,
twee- driemaal
drie,
zwierende en
gierende:
"Niemand, die...
die
bieden de
stiet ons zal!
Wie, wie? Wie??
Wie???"
Piepende en
kriepende
zwak en ge-
zwind;
haaiende en
draaiende,
rap als de
wind;
wiegende en…
Zo welkom als de bie
poëzie
3.0 met 14 stemmen 2.338 Zo welkom als de bie,
die,
aan 't ronken, wijl de last
wast,
terug met heuren buit
uit
de velden rijk beblomd
komt,
zo welkom zijt ge mij,
gij,
wanneer ge mij verzet
met
hetgeen uw zwervend vlerk-
werk,
al vliegen achter 't land,
vand:
mijn hoppelend herte klopt
op 't
aanhoren en 't verstaan,
aan
het ruisen van zijn stem…
'K ZAL MIJ VAN TE DICHTEN ZWICHTEN
poëzie
3.0 met 12 stemmen 2.405 ‘k Zal mij van te dichten zwichten,
zo ‘t mijn hert niet wel en gaat:
wie kan rijpe bezen lezen
van een tak die droge staat?
Laat de lieve wonnenbronne,
laat het leutig zonnenvier,
laat de verse blommen kommen,
laat weerom de lente, alhier!
Dan ja, zal ‘k genezen wezen,
opstaan en, gespannen fel,
of ‘t een klare snare ware,
dichten ende…
Traagzaam trekt de witte wagen
poëzie
4.0 met 50 stemmen 8.232 Traagzaam trekt de witte wagen
door de stille strate toen,
en 't is wenen, en 't is klagen
dat ze bin' de wijte doen!
Stap voor stap, zo gaan de peerden,
traagzaam, treurig, stille en stom,
en zij kijken, of 't hun deerde,
dikwijls naar hun meester om;
naar hun' meester, die te morgen
zijn beminde peerdenpaar,
onder 't kammen en 't…
HET SCHRIJVERKE
poëzie
4.0 met 59 stemmen 5.525 (gyrinus natans)
O krinklende winklende waterding
met 't zwarte kabotseken aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op 't waterke gaan!
Gij leeft en gij roert en gij loopt zo snel,
al zie 'k u noch arrem noch been;
gij wendt en gij weet uwe weg zo wel,
al zie 'k u geen oge, geen één.
Wat waart, of wat zijt…
O 'T RUISEN VAN HET RANKE RIET
poëzie
4.0 met 61 stemmen 3.623 (Hom. Il. XVIII, 576)
O! 't ruisen van het ranke riet!
o wist ik toch uw droevig lied!
wanneer de wind voorbij u voert
en buigend uwe halmen roert,
gij buigt, ootmoedig nijgend, neer,
staat op en buigt ootmoedig weer,
en zingt al buigen 't droevig lied,
dat ik beminne, o ranke riet!
O! 't ruisen van het ranke riet!
hoe dikwijls dikwijls…
JESU WIJS EN WONDERMACHTIG
poëzie
3.0 met 20 stemmen 1.849 Jesu, wijs en wondermachtig,
weest mij, arme knecht, indachtig,
leert mij spreken uwe naam;
Jesu, maakt, ofschoon onweerdig,
te uwen lof mijn tonge veerdig,
te uwer eer mijn lied bekwaam!…
Pasen
poëzie
3.0 met 56 stemmen 4.736 Pasen, Pasen,
luide klinke
nu de slag van
lerke en vinke,
nu de stem van
mense en dier!
Pasen, Pasen,
wijdt het vier,
wijdt het licht en
pint de lampen,
laat de verse
wierook dampen:
Hallelujah,
‘t jok is af
van de dood en
van het graf!
Pasen, Pasen,
opgestanden
is de God, die
boze handen
hadden aan het…
HET OUD JAAR IS GEKIST
poëzie
3.0 met 14 stemmen 3.617 (01 01 1891)
Het oud jaar is gekist,
genageld en begraven;
en ‘t nieuwe, korts nadien,
kwam schielijk aan te draven.
Zo ‘t oude was, zo zal,
waarschijnlijk ‘t nieuwe zijn,
vervuld van koud en heet,
van liefkijkheid en pijn.
Een dingen wense ik u,
en mij en allen samen,
het oude jaar en ‘t nieuw
te doen, in…
NIEUWJAAR (1893)
poëzie
4.0 met 14 stemmen 4.262 Het jaar is uit-
en tenden geleefd:
van al zijne oude
ellenden en heeft
de last het ons ontgeven;
het nieuwjaar heeft,
van heden af aan,
voor elk ende een,
een schrede gedaan:
wie zal ‘t tot tenden leven?…
VLUGGER ALS DE WIND DIE VLIEGT (1860)
poëzie
3.0 met 37 stemmen 3.094 Vlugger als de wind die vliegt,
en de losse bomen wiegt,
gaan, mijn kind, gedachten;
dieper als onze oge ‘n kan
peilen, in ‘t wijde uitgespan,
peilen, kind, gedachten;
hoger als de sterren staan,
in de glimmende hemelbaan,
staan, mijn kind, gedachten;
wijder als dat wijde en wak
uitgestrekte watervlak,
strekken, kind, gedachten!…
‘K BEN TEGENWOORDIG OVERROMPELD (1869)
poëzie
3.0 met 33 stemmen 2.496 'k Ben tegenwoordig overrompeld
van menig kruis en hertverdriet,
en ‘t geen mij in de ellende dompelt,
is dat niet één mijn kruisen ziet.
Ik ga mijn vrienden al te rade
die ik nog peize vriend te zijn,
en ‘k vinde niet dan ongenade,
dan hertverdriet, dan hertepijn.
Lijk eertijds Job spreek ik voorzichtig,
van al hetgene mij betreft,
maar…